FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151  
152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   >>  
ge marionetten en zij maakten gebaren als levende wezens. Hij haatte ze. Een stille woede raasde in zijn hart. Toen zij den hoek omreden, gilde een vrouw ze uit een open deur iets toe en twee mannen liepen den hansom lang na. De koetsier sloeg naar ze met zijn zweep. Eensklaps hield hij op, met een ruk, aan het eind van een donkere laan. Boven de lage daken, de uitgekartelde schoorsteenen, de zwarte masten der schepen. Flarden witte mist hingen als spookzeilen aan de masten. --Hier ergens, meneer? vroeg de koetsier schor door het luikje. Dorian schrikte op, zag naar buiten. --Hou hier maar op, antwoordde hij; hij stapte haastig uit, gaf den koetsier wat hij beloofd had en liep vlug in de richting van de kade. Hier en daar glom een lantaren in den masttop van eea grooten koopvaarder. Het licht wiebelde en glinsterde in de plassen. Een roode gloed kwam van een buitenlandschen steamer, die kolen laadde. De modderige weg glom als nat gutta-percha. Hij spoedde zich voort, keek nu en dan om als werd hij achtervolgd. Binnen acht minuten bereikte hij een klein, smerig huisje, tusschen twee kolossale fabrieken. Voor een van de ramen boven was een lamp. Hij stond stil en gaf een bizonderen klop. Na een poosje hoorde hij stappen in de gang en werd de ketting opgelicht. De deur ging zachtjes open en hij trad binnen, zonder een woord voor den gebochelden vorm, die in de schaduw van de deur neerhurkte. Aan het einde van de gang hing een vuil groen gordijn, dat in den wind heen en weer zwaaide. Hij trok het op zij in een lange, lage kamer, die er uitzag als een gemeene danszaal. Schel flikkerende gasvlammen brandden aan de muren en werden dof en verdraaid weerkaatst in vuile spiegels. Vettige reflectors van geribd tin hingen er achter en vormden trillende schijven van licht. De grond was bedekt met geelachtig zaagsel, hier en daar tot modder getrapt. Een paar Maleiers hurkten bij een klein kolenvuurtje en speelden met beenen penningen; ze toonden hunne witte tanden, terwijl zij spraken. In een hoek lag een matroos over de tafel heen, het hoofd in de armen verborgen; bij de gemeen bont geschilderde toonbank, stonden twee verloopen vrouwen een ouden man uit te lachen, die zich met walging de mouwen veegde. --Hij denkt dat er roode mieren op zitten, lachte een van haar, toen Dorian voorbijging. De man zag haar als in vrees aan en begon te huilen. Aan het eind van de kamer was een trap, die naar een donkere kamer leidde.
PREV.   NEXT  
|<   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151  
152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   >>  



Top keywords:
koetsier
 

masten

 

hingen

 
Dorian
 

donkere

 

verdraaid

 

weerkaatst

 

werden

 

danszaal

 

flikkerende


gasvlammen

 
brandden
 

Vettige

 
trillende
 
schijven
 

bedekt

 

vormden

 

achter

 

gemeene

 

reflectors


geribd

 

spiegels

 

levende

 

schaduw

 

neerhurkte

 
gebochelden
 

binnen

 

zonder

 

zwaaide

 

wezens


geelachtig

 

haatte

 
gordijn
 

stille

 

uitzag

 

marionetten

 

maakten

 

lachen

 

walging

 

mouwen


vrouwen
 
geschilderde
 

toonbank

 

stonden

 

verloopen

 
veegde
 

huilen

 
leidde
 
voorbijging
 

mieren