handelwijze van de Synode, ook vanuit de eigen
kerk: gemeenteleden uit Leiden, Oegstgeest en Rotterdam betreurden in een request
aan de Synode dat de beginselvastheid in het gedrang gekomen en de eenparigheid
van handelen verbroken was. J.J. Buskes zou het later hebben over "dat andere,
afgrijselijke argument van prof. (W.J.) Aalders: de hoffelijkheid." [6.3]
De auteur van Het verzet der Hervormde Kerk, Touw, acht het fatsoensargument van
de Synode naief, maar laat "de levens van honderden" zwaar wegen. Ging het er
hier niet om, "een stukje van een oor uit de muil van de leeuw te redden (Amos 3:12)?"
Touw besluit dan als volgt: "Heeft de Synode inderdaad de rechte beslissing genomen?
Of is zij voor een satanische verzoeking bezweken? Is zij om de levens van haar
eigen leden te redden, ontrouw geweest aan haar Heer?"
e. Gebed, afkondiging van het protest
Het gebed dat "in een toon van ootmoed en schuldbesef" zou dienen te zijn, zoals
we reeds vermeldden, werd wel toegestuurd aan alle Hervormde plaatselijke gemeenten
- trouwens ook aan die van de andere bij het I.K.O. aangesloten kerkgenootschappen.
In het gebed werd gevraagd om bewaring" opdat wij niet alleen anderen aanklagen
maar allereerst onszelf. Beweeg ons door Uw Heilige Geest, zo, dat wij voor alles
en in alles klagen over onze zonden."
<93>
Nu zou men met zo'n strofe nog vrede kunnen hebben, als "onze zonden" dan tenminste
op enigszins actuele wijze gespecificeerd zouden zijn geworden, bijv. lafhartigheid,
en gebrek aan offerbereidheid in het opkomen voor de Joodse naaste. Maar de catalogus
van opgesomde zonden bleef zo algemeen, dat het nietszeggend werd.
Even verder luidt het gebed: "Leer ons aanvaarden en dragen wat Gij ons oplegt,
zolang het U behaagt ons te straffen, omdat wij het hebben verdiend." Zou men
echt geloofd hebben dat God de oorlogsellende "oplegde" en dat Hitler als een
oordeel Gods beschouwd diende te worden over "onze zonden"? Zouden het Zwitserse
en het Zweedse volk, ofschoon de oorlog hun grens voorbijging, minder bedreven
hebben dan het Nederlandse?
"Aanvaarden en dragen" is toch wat anders dan verzet tegen de boze bieden. Wel
wordt het geloof beleden in een God "die het recht doet zegepralen" en wordt er
gesmeekt: "Laat Uw macht blijken, Uw recht openbaar worden." Gemist in dit gebed
wordt het besef dat het onze taak is om voor de openbaarwording van Gods recht op
te komen.
Evenmin fraai was het gedeelte waarin voor de Joden gebeden
|