st vonden hij en zijn kerkenraad het maar
vreemd (ze had niet eens catechisatie gehad!), maar tenslotte hadden ze geen
bezwaar: ze deed reeds de daarop volgende zondag belijdenis, en werd gedoopt.
c. Houwaart
Totaal anders ' waren de levensloop en ervaringen van Dick Houwaart, zoals hij
die beschrijft in Verduisterde bevrijding. [13.4] Formeel gezien hoort hij
in dit hoofdstuk niet thuis, want hij is nooit ondergedoken geweest in de
letterlijke - wel in de figuurlijke zin. Die ervaring beschrijft hij als volgt:
"De Jood, die de christelijke glans gebruikte om zijn Jood-zijn te verbergen".
Houwaart vervolgt dan: "Het is de omgekeerde weg van de jodin, die een boek
schreef over haar overgang naar het christendom in oorlogstijd. Een Anneke
Beekman in pais en vree. Maar hoe kan een overgang in oorlogstijd ooit een
vrijwillige zaak zijn? Hoe kan een mens vrijwillig besluiten christen te worden,
als zijn leven wordt bedreigd? Als zijn ontvangers hem voorhouden dat het kruis
hem zal redden. Wie zal de peilloze angsten, de psychische druk, de ijver van de
omgeving weerstaan, als het er om gaat het vege lijf te redden?" Aldus Houwaart.
We menen dat, als Houwaart op het hierboven genoemde boek doelde, hij het niet
voldoende grondig gelezen heeft en onnauwkeurig weergeeft; zo vond "de overgang
naar het christendom in oorlogstijd" van Johanna-Ruth Dobschiner plaats na haar
bevrijding en vernemen we niets over "psychische druk, de ijver van de omgeving".
<159>
Blijkbaar is Houwaart pas later tot de ontdekking gekomen, hoezeer men bij het
nemen van belangrijke beslissingen geleid kan worden door angst: "Hoe onwaarachtig
was mijn gedwongen doop in de roomse kerk.(...) Het was pure angst. Het was de
doodsangst van een moeder voor haar kinderen en zichzelf. Nog was zij niet aan de
beurt, maar zij wist met een Joodse zekerheid dat haar dag en die van haar kinderen
zou komen. Daarom zocht zij de tijdelijke veiligheid van de roomse kerk" (19-20).
Gedoopt in de Rooms-Katholieke, maar later overgegaan naar een Protestantse - naar
ik vermoed de NH - kerk: "Het protestantisme overspoelde mij als een lauwe golf
veiligheid" (66). Behoefte aan veiligheid en daarom "oorlogs-christen" geworden
en enige tijd gebleven. Houwaart verwijt dat niet zijn moeder aan wie hij zijn
boek opdraagt, wel zichzelf.
In gedachten voert hij een gesprek met een omgekomen familielid waarin hem "verraad"
verweten wordt (36). En later bekent hij: Ik heb al verteld, d
|