en aan te wenden om
het protocol van 20en-27en Januari door Belgie te doen eerbiedigen, hij
verplicht zou zijn, zijn toevlucht tot zijn eigen middelen te nemen. Op die
bedekte oorlogsverklaring antwoordde de Conferentie met den 26en Juni een
protocol van XVIII Artikelen op te stellen, dat een voor Belgie veel
voordeeliger ontwerp van verdrag dan dit van 20en Januari uitmaakte. Wel
bleven voor Holland de grenzen van 1790 behouden, maar de volgende
artikelen openden aan de Belgen het vooruitzicht, eens in het bezit van
Maastricht te geraken, en bij de ruiling der ingesloten gronden nog een
grooter gedeelte van Limburg te bekomen. De linker Scheldeoever moesten zij
opgeven, doch het vrije gebruik van de Vaart van Terneuzen werd hun
toegezegd. Het vraagstuk van het Groothertogdom werd van het
Hollandsch-Belgisch geschil afgescheiden, om afzonderlijk door Willem, den
Duitschen Bond en den aanstaanden Vorst van Belgie, afgehandeld te worden;
intusschen zou Luksemburg door Belgie voort bestuurd worden. Ook in plaats
van de schulden te verdeelen, legde men aan elk land zijn eigen
oorspronkelijke schuld op, met uitsluiting der gemeenschappelijk uitgegeven
sommen. De voordeelen, men ziet het, door de Belgische afgevaardigden en
door den prins van Saksen-Coburg van de gevolmachtigden verkregen, waren
van niet geringen aard. De Mogendheden schenen vergeten te hebben dat zij,
den 19en Februari en den 17en April, hunne schikkingen van 20en Januari als
_fondamenteel en onherroepelijk_ gevestigd hadden.
Dan verklaarde Leopold aan de afvaardiging, die hij toen eerst wilde
ontvangen, dat hij de Belgische kroon zou aanvaarden, indien men door het
Congres dit verdrag der XVIII Artikelen kon doen aannemen. Lebeau aarzelde
niet: alhoewel hevig en hartstochtelijk bestreden door de Fransche
aanhechtingspartij, door de Orangisten, door de Republikeinen, en niet het
minst door de afgevaardigden van Limburg en Luksemburg -- de twee
provincies die gevaar liepen door het verdrag verbrokkeld te worden -- bood
hij de driftige en dreigende oppositie eenen kalmen en welsprekenden
tegenstand, en na negen dagen discussie, wist hij de meerderheid van het
Congres tot de aanneming van de XVIII Artikelen over te halen. Ondanks de
nieuwe kuiperijen van de Fransche propagandisten, die te Brussel en te Luik
een openlijken opstand tegen de Belgische regeering wilden inrichten, en de
Republikeinen, die te Gent en te Geeraardsbergen eene militaire
samenzwering op
|