FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161  
162   163   164   >>  
n dat hy met zo weinig geduld kan afwagten. Myne Zielsbeminde! gy hebt myn koel, al te onverschillig karakter opgevyzelt tot dien graad, die my alle myne zedelyke en machinale verrichtingen met vuur, met deelneming, met vaardigheid en gemaklyk doet uitoeffenen. Liefde voor een waardig Voorwerp, veradelt den Mensch; zy leidt ons daar, daar wy, in al wat goed, wat groot, wat nuttig, wat heilzaam is, voor ons en anderen, komen moeten. 't Wordt middernagt. Ik moet eindigen, om u niet ongehoorzaam te zyn. Wel dan, ik ga slapen. Rust zagt, myne Beste, en ontwaak onder de bescherming des Algoeden. Eeuwig ben ik Uwen EDELING. HONDERD-ZEVEN EN VYFTIGSTE BRIEF. DE HEER ABRAHAM BLANKAART AAN MEJUFFROUW DE WEDUWE WILLIS. _Ge-eerde Vriendin!_ Al heb ik nul op het request gekregen, daarom blyf ik evenwel dezelfde. Hoe, wat? zoudt gy my tegen uw zin nemen? Wel nog mooijer! Neen, Vriendin, ik heb u van harten gevraagt, doch het stond u vry, om my af te wyzen: Nu zal ik al vast als een _niets beduidend oud Vryer_ sterven. Want trouwen zal nu wel agter blyven. Ik zal echter nog zo veel goeds in de Waereld doen, als ik maar grypen en vangen kan; want zo maar het leven, dat God de Heer my geeft, met geld winnen en boekhouden te verpierewaaijen, dat was nooit te verantwoorden: Me dunkt, dat het er schraaltjes moet uitzien, als een Christen mensch in den Oordeelsdag evel niets kan opnemen, dat zo iets de pyne waart is, zo als onze meeste ryke luidjes toch doen. Neen, ik hoop te kunnen zeggen: "Here! ik ben, en dat is maar niet te ontkennen, een zondig mensch; ik ben maar een oud Vryer; maar ik heb zo veel goeje menschen wel gedaan, als ik maar belopen kon; ik heb kwaaje zoeken wyzer te maken; ik ben niemand ooit hart gevallen, en ik deed dit zo alles, om dat ik uwe geboden lief had, en uit dankbaarheid, om dat ik zo gezegent op de waereld was, alles tot lof Uwer genade, amen;" zo dat, ik wil maar alleen zeggen, dat gy waarde Vriendin, my niet tegen uw zin moet nemen. Ik ben dan eergisteren by den Heer Helmers geweest; zo als ik tegen u zei, dat ik doen zou. Hy woont daar als een klein Prinsje, hoor! Ik dagt: kom! myn Blesje moet ook eens met baas uit; zie, 't beest is my zo lief als myn Snap, zo als het ook wel merken kan. Daar kwam ik als een hele Sinjeur de Plaats opryen, maakte myn paard aan een boom vast,
PREV.   NEXT  
|<   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161  
162   163   164   >>  



Top keywords:

Vriendin

 

mensch

 

zeggen

 

meeste

 

luidjes

 

ontkennen

 
Oordeelsdag
 

grypen

 
kunnen
 
vangen

schraaltjes

 
boekhouden
 
winnen
 

verpierewaaijen

 
Christen
 

uitzien

 
verantwoorden
 

zondig

 
opnemen
 

Blesje


Prinsje

 
geweest
 

maakte

 

opryen

 

Plaats

 

Sinjeur

 

merken

 

Helmers

 

niemand

 

gevallen


zoeken

 

gedaan

 

menschen

 
belopen
 
kwaaje
 

geboden

 

alleen

 

waarde

 

eergisteren

 

genade


dankbaarheid

 

gezegent

 
waereld
 

nuttig

 
heilzaam
 
waardig
 

Voorwerp

 
veradelt
 
Mensch
 

anderen