n, zodat ik de elfhonderd bladzijden van de twee delen
in een ruk gelezen heb. Ik wist veel. Dat dacht ik tenminste. Toen ik diep in de
nacht het boek uit had, wist ik, dat wij het nog op geen stukken na weten en dat
ons volk voor het grootste gedeelte het nog helemaal niet weet. Ik was er kapot van.
Ik voelde mij' ziek, lichamelijk en geestelijk geschonden." [15.3]
Later in zijn artikel zegt hij dan:
<178>
Maar laat ik niet voortgaan. Het windt me te veel op. Ook vanwege eigen falen.
Waarom heb ik niet feller gevochten dan ik deed voor wat ik zag als 'de heilige
plicht' van de kerk? Waarom ben ik op alle mogelijke onwezenlijke redeneringen
ingegaan? Waarom heb ik mij laten verleiden - ja, verleiden - tot compromissen?
Waarom heb ik niet gezegd: zo spreekt de Heer? Het is een pijnlijke zaak, ook
voor hen van wie men, zoals van mij, zegt dat ze zich goed hebben gehouden.
Het gaat er immers maar om, welke maatstaf men aanlegt.
"Het gaat er maar om, welke maatstaf men aanlegt. " Inderdaad.
De maatstaf van ds. Buskes was een heel andere dan die van Abel Herzberg, toen
hij eens tegen me zei: Ik verwijt het niemand als hij geen Joden verborgen heeft,
want ik weet niet of ik het zelf gedurfd zou hebben".
Sommige scribenten over de tweede wereldoorlog lijken te schrijven vanuit de eigen
rustige en veilige studeerkamer, zonder iets te beseffen van de angst en de pijn
van toen; zonder zelfs maar te proberen, zich in de situatie van toen te verplaatsen.
Het moet erkend worden, dat dat een uiterst moeilijke opgaaf is.
Zo dient men zich bijvoorbeeld te realiseren: nu weten we dingen die toen niet
bekend waren, en wij kunnen de kennis van wat er in Auschwitz gebeurde, niet uit
onze herinnering wissen. Toen hebben we soms iets ervan vermoed, dan weer van ons
af gezet. De eerder (hfdst. 9, f) geciteerde brief van Bep Blok aan ds. Buskes was
typerend voor velen: In het land waar ze komen hebben ze het niet slecht, dat weten
we positief. " Zou ook ds. Buskes, toen hij dat las, het geloofd - of althans
gehoopt - hebben?
De Duitsers gebruikten de wapens van bedreiging ("wie onderduikt en gepakt wordt,
gaat rechtstreeks naar Mauthausen"), verdeeldheid zaaien, en misleiding. [15.4]
De werkelijkheid was zo afschuwelijk, dat men lange tijd er niet aan wilde. Men
probeerde optimistisch te blijven en verdrong informatie die in strijd was met
dat optimisme. Totdat het afweermechanisme bezweek onder druk van de feiten, en
dan sloeg het optimi
|