en valt, voor wie
bereid is de stukken na te gaan, niet te ontkennen. Over de vraag of de kerk vroeg
genoeg, vaak genoeg en klemmend genoeg tot de bezetter heeft gesproken, werd al
tijdens de bezetting verschillend gedacht - maar gesproken heeft zij." [18.12]
Het verwijt dat de kerken gezwegen hebben, is niet gefundeerd op de feiten en het
is onverdiend. Dat wil evenwel niet zeggen, dat de kerken het in alle opzichten
voortreffelijk gedaan hebben en dat er op de kwaliteit van diverse protesten niets
valt af te dingen. Integendeel. Zoals we in vorige hoofdstukken reeds herhaaldelijk
zagen, zijn er telkens fouten gemaakt. Dat is ook erkend, o.a. door H.C. Touw,
de auteur van Het Verzet der Hervormde Kerk (zie zijn eerder in dit hoofdstuk
geciteerde uitspraken). "Van verheerlijking van het kerkelijk verzet dient men
zich overigens te onthouden. Zij die er midden in stonden, deden dat ook". [18.13]
De strijd van de kerken voor de Joden was een strijd van vallen en opstaan. Kan men
dus zeggen, dat de houding van de kerken soms goed, soms fout is geweest? E.H.
Kossmann heeft, -tussen goed en fout", het begrip accommodatie (aanpassing)
ingevoerd: secretarissen-generaal en het bedrijfsleven hebben menigmaal een
houding van accommodatie aangenomen. [18.14] Welnu, we menen dat het onjuist en
bovendien onbillijk is, de kerken ervan te beschuldigen "fout" te zijn geweest,
in de zin dat ze met de bezetter zouden hebben gecollaboreerd (samengewerkt).
Maar soms (lang niet altijd, Goddank) zijn ze wel in de valkuil van de accommodatie
gevallen. [18.15]
<197>
Zoals we gezien hebben, faalden de ene keer de Hervormde Kerk, de andere keer
de Gereformeerde Kerken. Waarbij nogmaals vermeld dient te worden dat de
Rooms-Katholieke Kerk, voor wat betreft het publiekelijk afkondigen van de
protesten tegen de vervolging van de Joden, geen enkele maal water in de wijn
gedaan heeft. "Ik wil geen tweede Innitzer (Oostenrijks kardinaal) zijn", had
mgr. de Jong aan het begin van de bezetting verklaard. Hij is in dit voornemen
volledig geslaagd.
Geen verheerlijking van het kerkelijk verzet dus. Men kan er geen "witboek"
over schrijven. Evenmin een "zwartboek" trouwens. Daarom noemde ik een vroegere
studie dan ook The Grey Book. Zowel de witte als de zwarte legende dient afgewezen
te worden.
Wat betreft het kerkelijk verzet in het algemeen, maar in het bijzonder wat
betreft de houding van de kerken in Nederland ten opzichte van de Jodenvervolging,
|