at ik duizenden malen
nee zei tegen het Jood-zijn. Ik aarzelde om het te zeggen. Omdat ik bang was. Ik
wilde mij verbergen voor de bordjes ('Verboden voor Joden'). Voor de razzia's.
Voor het halen"(50).
In 1973 keerde Houwaart terug tot het Jodendom. Hij had afgerekend met zijn "oorlogs-
christen" zijn.
<160>
14 WAAROM HIELP MEN Joden?
a. Dominee, boer, dominee
Hij was 56 jaar oud en stond al 27 jaar in zijn tweede gemeente, Heerlen. We
hebben hem al eerder ontmoet - met zijn hulp begon de NV Joodse kinderen onder
te brengen in Limburg: ds. G.J. Pontier. Met vrouw en 4 kinderen bewoonde hij
een vrij klein huis. Het merendeel van zijn gemeenteleden werkte in de mijn;
velen waren uit Friesland of Drente afkomstig. In Limburg stichtten ze een eigen
kerk en een "school met den Bijbel". Het was een Protestants eilandje in een Rooms-
Katholieke omgeving.
Dicht bij hen woonde de familie Silber: man, vrouw en vier kinderen (twee andere
kinderen hadden kans gezien te emigreren naar het toenmalige Palestina). Joden,
gevlucht uit Polen waren het. Eerst was er nauwelijks contact tussen de twee
gezinnen.
Maar eens sprak ds. Pontier een van de jonge Silbers aan op straat en zei: "als
jullie in nood komt, kom dan bij ons." Aldus de oudste dochter Pontier. [14.1]
Al spoedig kwam inderdaad de nood aan de man: de 3 zoons werden opgeroepen. Eerst
leek de pastorie niet meer dan twee gasten te kunnen herbergen; dus meldde zich
een van de zoons en werd gedeporteerd. Hij heeft de oorlog desondanks overleefd.
Mevrouw Pontier heeft er een heftig schuldgevoel over gehouden: "waarom kon hij
er niet bij?"
Kort daarop moesten ook de andere Silbers zich melden en zij vonden eveneens een
schuilplaats in de pastorie. Er werd toen ruimte geschapen. De oudste dochter van
het gezin Pontier ging iedere nacht bij de buren slapen. Het gezin Silber kreeg
de zolder als slaapvertrek en de studeerkamer als zitkamer. "Waar maakte Uw vader
dan zijn preken?", vroeg ik. "Beneden; daar was zijn bureau heengegaan. Dan gingen
de schuifdeuren (van de kamer en suite) dicht en dienden de kinderen zich stil
te houden".
Het gezin Silber was orthodox-joods. Geheel op eigen terrein kon men de gebeden
dus blijven verrichten. Een enkele keer keken de kinderen Pontier om de hoek en
bewonderden de gebeds-mantels. Mevrouw Pontier bereidde het eten en zorgde ervoor
dat het kosjer was, "zo lang als dat mogelijk bleek". Mevrouw Pontier was het ook,
die op haar fiets de ge
|