men doet?" Een van de onderduikers
van toen wees me evenwel op een boek over het verzet in en om de Haarlemmermeer.
Daarin vinden we:
De Boogaards hebben altijd de onderdrukten en hongerenden geholpen. Na de Eerste
Wereldoorlog hadden ze Hongaarse kinderen in huis. Nederland had altijd onderdak
aan de Joden en andere ontheemden verstrekt. Dat hoorden we ook gewoon te doen,
vonden de Boogaards. De voornaamste reden daarvoor vonden ze in de Bijbel: 'De Joden
zijn Gods uitverkoren volk.' 'En de Duitsers horen hier niet', voegden ze er dan aan
toe (75).
En even verder horen we wat er gebeurde tijdens de tweede overval op de boerderij:
"Elf mensen uit de kelder werden gepakt. (...) De oude Hannes, toen al 77, wilde de
mensen niet laten gaan. Met de Bijbel in zijn handen bezwoer hij de politiemannen,
dat zij de Joden niet mochten oppakken. 'Ze zijn Gods uitverkoren volk.' 'je houdt
je smoel of je gaat ook mee', schreeuwden ze. 'Ik ga mee,' zei de oude Hannes en
hij ging mee."(84).
<164>
foto 22 Ds . C. Kapteyn Dzn. (1895-1965)
Een derde voorbeeld was de Amsterdamse ds. C. Kapteyn, collega van de al vaker
genoemde ds. J. van Nes. Hij werd wegens hulp aan Joden gevangen genomen en
verhoord door Sachbearbeiter Nagel. Deze vroeg Kapteyn, waarom hij Joden geholpen
had bij het onderduiken.
En het antwoord was, dat Christus ons dat geleerd heeft en dat deze bijzonder
aangedrongen heeft op barmhartigheid voor de Joden. Ds. Kapteyn las uit zijn
bijbel voor Romeinen 11:30-32.
De heer Nagel antwoordde niets, maar liet het door ds. Kapteyn gezegde, met het
Schriftbewijs erbij, kort in de protocollen invullen. Toen verder aan ds. Kapteyn
gevraagd werd, waar de door hem geholpen Joden waren, zei hij, dat hij dat niet
kon zeggen. En het tot grote verbazing van ds. Kapteyn gegeven wederwoord was:
"Als ik op uw standpunt stond, dan vertikte ik het ook, om het te zeggen."
En aan de typiste werd gedicteerd voor het protocol: "Wo diese Juden sind, kann
ich nicht sagen". [14.5]
<165>
Het frappeert me dat de niet-kerkelijke geschiedschrijvers met geen woord reppen
van dit motief om Joden te helpen: "Gods uitverkoren volk" of "het oude Bondsvolk"
of een soortgelijke uitdrukking. Ook L. de Jong zegt wel: "Wat de gereformeerden
aangaat, verdient het de aandacht dat zij die toch niet meer dan 8% van de
bevolking vormden, uiteindelijk ongeveer een kwart van de Joodse onderduikers
geherbergd hebben." [14.6] De vraag evenwel, wat voor dat
|