htballon
wilde doen, wat zeer gewaagd was en waartoe bovendien thans geen
gelegenheid bestond.
Het scheen intusschen dat Fogg een idee had, want hij zeide tot
den kapitein:
"Welnu, wilt gij mij naar Bordeaux brengen?"
"Neen, al betaaldet gij 200 dollars."
"Ik bied er u twee duizend."
"Per persoon?"
"Per persoon."
"En gij zijt met u vieren?"
"Met ons vieren."
Kapitein Speedy krabde zich het oor, zoodat hij er bijna het vel
afhaalde.
Acht duizend dollars te verdienen zonder zijn koers te veranderen,
dat was wel de moeite waard om zijn tegenzin voor passagiers te
overwinnen. Passagiers tegen twee duizend dollars het stuk, dat zijn
geen passagiers meer; dat is eene kostbare lading.
"Ik vertrek ten negen ure," zeide kapitein Speetly droog. "Zijt gij
dan met de uwen hier?"
"Wij zullen ten negen ure aan boord zijn," antwoordde Fogg even kortaf.
Het was half negen. De Henrietta te verlaten, zich in een rijtuig
te zetten, naar het Sint-Nicolaas-hotel te rijden, terug te keeren
met Aouda, Passepartout en den onafscheidelijken Fix, aan wien hij
welwillend eene plaats aanbood, dit alles deed hij weder met de kalmte,
die hem geen oogenblik verliet.
Toen de Henrietta de haven verliet waren zij alle vier aan boord.
Toen Passepartout vernam wat deze overtocht aan zijn meester kosten
zou, uitte hij een van de gerekte O's, die den geheelen toonladder
doorliepen.
Wat den inspecteur Fix betreft, deze zeide bij zich zelven dat in elk
geval de engelsche bank niet zonder schade er af zou komen. Immers
wanneer men aannam dat Fogg nog niet eenige zakken guinjes over
boord wierp, dan zou er meer dan acht duizend pond aan den zak met
banknoten ontbreken.
DRIE EN DERTIGSTE HOOFDSTUK.
Waarin Phileas Fogg toont op de hoogte van den toestand te zijn.
Een uur later verliet de stoomboot de Henrietta het lichtschip van
den mond der Hudson, voer de Sandy-Hook-kaap om en stak in zee. Zij
hield de richting der kust van Long-Island met de baak van Fire-Island
in het verschiet en zette met snelheid koers naar het oosten.
Den anderen morgen, 13 December, des middags, klom een man op de
brug, die het dek overspande. Men zou denken, dat het kapitein Speedy
was. Deze was het evenwel volstrekt niet, maar Phileas Fogg esq.
Wat kapitein Speedy betreft; deze zat goed en wel achter slot in zijn
hut en schreeuwde op een toon, die overtuigend bewees dat zijne woede
tot den hoogsten top was gestegen.
Wat er gebeu
|