dat het dek overstroomde, maar zij kwam
er toch. Somtijds lag de schroef uit het water en maalden de schroef
bladen als bezetenen door de lucht, wanneer een berg van water de
kiel boven de golven deed rijzen. Maar de boot ging altijd voorwaarts.
De wind stak echter niet zoo hevig op als men wel gevreesd had. Het
was niet een van die orkanen, die met een snelheid van negentig
mijlen in het uur voorttrekken. Het bleef bij hevige stormvlagen,
maar ongelukkigerwijze blies de wind altijd uit het zuidoosten, zoodat
men geene zeilen kon bijzetten. Toch was het, zooals men zien zal,
zeer noodig dat men den stoom te hulp kwam.
Den 11den December was de vijf en zeventigste dag na het vertrek uit
Londen. De Henrietta had nog geen oponthoud gehad, dat tot ongerustheid
aanleiding gaf. De helft van den overtocht had men achter den rug,
en de slechtste gedeelten waren voorbij. Zoo het zomer ware geweest,
zou men zeker geweest zijn, dat de tocht gelukt was. In den winter
was men blootgesteld aan het slechte jaargetijde, Passepartout zeide
niets. Hij koesterde veel hoop, en zoo de wind hem al tegen was,
rekende hij op den stoom.
Dien dag nu kwam de machinist op het dek, om met Fogg te spreken en
had met hem een lang onderhoud.
Zonder te weten waarom--ongetwijfeld uit een voorgevoel--was
Passepartout zeer onrustig. Hij had wel een zijner ooren willen geven
om met het andere te hooren wat zijn meester zeide. Hij kon echter
eenige woorden opvangen, onder anderen:
"Gij zijt zeker van hetgeen gij daar zegt?"
"Zeker, mijnheer. Vergeet niet, dat wij sedert ons vertrek al onze
vuren deden branden."
Passepartout, die dit gesprek hoorde, voelde zijne beenen onder zich
wegzinken; Fogg verroerde zich niet.
"Gij begrijpt wel dat ik, zoo ik den tijd te New-York had gehad,
mij dan voorzien zou hebben van kolen, maar herinner u, gij kwaamt om
kwart over achten en ten negen ure zijn wij vertrokken. De Henrietta
is er op ingericht om zoowel met stoom als met zeilen de reis te
maken, en hoewel zij steenkolen genoeg had om rustig van New-York
naar Bordeaux te varen, zij heeft er niet genoeg om met alle kracht
van New-York naar Liverpool de reis te maken."
"Ik zal er over denken," antwoordde Fogg.
Passepartout had thans alles begrepen. Hij werd doodelijk ongerust.
Er zouden weldra geen kolen meer zijn.
"O!" dacht hij, "als mijn meester ook dit bezwaar overwint, is hij
bepaald een knappe kerel."
Toen hij Fix ontmoette, kon hij n
|