FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179  
180   181   182   183   184   185   186   >>  
ig diegenen uit, welke op het punt waren te vertrekken. Vele schepen hadden reeds hunne bestemming en waren klaar om met den vloed in zee te steken, want in deze groote en bewonderenswaardige haven van New-York gaat er geen dag om, dat er geen honderd schepen naar alle deelen van de wereld vertrekken. Maar de meesten waren zeilschepen en konden dus Fogg niet dienen voor zijne plannen. De laatste poging van den gentleman scheen dus te mislukken, toen hij voor de batterij een scherp gebouwd stoomschip voor anker zag liggen, dat zich gereed maakte om te vertrekken. Phileas Fogg riep een bootje aan, sprong er in en bereikte met een paar slagen de scheepstrap der Henrietta. De kapitein van de Henrietta was aan boord. Fogg klom op het dek en vroeg naar den kapitein. Deze kwam dadelijk te voorschijn. Hij was een man van omstreeks vijftig jaar, een echte zeerob, met groote oogen, verbrand gelaat, rood haar en een ruw voorkomen. Hij had niets van een beschaafd man. "Gij zijt de kapitein?" vroeg Fogg. "Dat ben ik." "Ik ben Phileas Fogg, uit Londen." "En ik Andrew Speedy, uit Cardiff." "Gij gaat vertrekken?" "Over een uur." "Gij gaat naar...?" "Bordeaux." "En uw lading?" "Alleen ballast, geen lading. Ik ga vracht halen." "Hebt gij passagiers?" "Geen passagiers. Nooit passagiers. Redeneerende en in den weg loopende lading." "Uw schip loopt goed?" "Tusschen de elf en twaalf knoopen. De Henrietta is goed bekend." "Wilt gij mij en drie andere passagiers naar Liverpool brengen?" vroeg Fogg. "Waarom niet liever naar China?" "Ik zeg Liverpool." "Neen." "Neen?" "Neen. Ik ben uitgeklaard voor Bordeaux, en ik ga naar Bordeaux." "Tot elken prijs?" "Tot elken prijs." De kapitein had gesproken op een toon, die geen tegenspraak gedoogde. "Maar de reeders van de Henrietta...." hernam Phileas Fogg. "De reeders--ben ik," antwoordde de kapitein, "het schip behoort mij toe." "Ik huur het van u." "Neen." "Ik koop het." "Neen." Phileas Fogg fronste zelfs het voorhoofd niet. Nochtans was de toestand zeer ernstig. Te New-York was het niet als te Hong-Kong en de kapitein van de Henrietta was een gansch ander man dan de patroon van de Tankadere. Tot dus verre had Fogg alle hinderpalen met geld weten te overwinnen. Thans leed ook dit middel schipbreuk. Toch moest er een middel worden gevonden om de Atlantische zee over te steken met een schip--tenzij men dit niet met een luc
PREV.   NEXT  
|<   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179  
180   181   182   183   184   185   186   >>  



Top keywords:

kapitein

 

Henrietta

 
Phileas
 

passagiers

 
vertrekken
 

lading

 
Bordeaux
 

reeders

 
Liverpool
 

middel


schepen

 
groote
 

steken

 
liever
 
loopende
 

uitgeklaard

 

bekend

 

Redeneerende

 

Tusschen

 

twaalf


knoopen
 

andere

 
brengen
 
Waarom
 

voorhoofd

 
hinderpalen
 

Tankadere

 

gansch

 

patroon

 
overwinnen

gevonden
 

Atlantische

 
tenzij
 

worden

 

schipbreuk

 
behoort
 

antwoordde

 

hernam

 

tegenspraak

 

gedoogde


fronste

 

ernstig

 

toestand

 

Nochtans

 

gesproken

 
poging
 

gentleman

 

scheen

 

mislukken

 
laatste