Phileas
Fogg staat er niet op. Zelfs al namen wij de gunstigste kansen aan,
dan is onze collega op dit uur nauwelijks in Amerika. Ik reken dat
hij minstens twintig dagen ten achter is, en de oude lord Albemarle
heeft ook zijn vijf duizend pond verloren."
"Dat is wel waarschijnlijk," antwoordde Gauthier Ralph. "Wij behoeven
slechts den wissel van Phileas Fogg op de gebroeders Baring af
te geven."
Op dit oogenblik wees de klok tien minuten over half negen.
"Nog vijf minuten," riep Andrew Stuart.
De vijf leden der Reform-club zagen elkander aan. Men kan licht
begrijpen dat hun hart een weinig sneller klopte, want zelfs voor
goede spelers was het een hoog spel. Zij wilden er echter niets van
laten bemerken, en op voorstel van Samuel Fallentin namen zij plaats
aan de speeltafel.
"Ik zou mijn vijfde gedeelte van de twintig duizend niet willen geven,"
zeide Andrew Stuart, zich nederzettende, "al bood men er drie duizend
negen honderd en negentig pond voor."
De wijzer wees op dit oogenblik twaalf minuten over half negen.
De spelers hadden de kaarten opgenomen, maar ieder oogenblik keken
zij op de klok. Hoe zeker ze ook waren, nooit had een minuut hen zoo
lang geduurd.
"Dertien minuten over half negen," zeide Thomas Flanagan, de
kaarten coupeerende, die Gauthier Ralph hem toeschoof. Daarop volgde
een oogenblik stilte. In de groote zaal der club hoorde men geen
geluid. Maar buiten klonk het geraas der menigte, die somtijds luide
kreten uitte. De slinger van de klok gaf elke seconde aan. Ieder
speler telde onwillekeurig de slingeringen.
"Veertien minuten over half negen!" zeide John Sulivan, met een stem,
waarin zekere ontroering hoorbaar was.
Nog een minuut, en de weddenschap was gewonnen. Andrew Stuart en zijn
collega's speelden niet meer. Zij hadden de kaarten neergelegd.
Op de veertigste seconde niets. Op de vijftigste seconde nog niets!
Op de vijf en vijftigste hoorde men buiten iets als een onweersbui,
handgeklap, hoezee's en zelfs verwenschingen, die zich al verder
voortplantten.
De vijf spelers stonden op.
Op de zeven en vijftigste seconde werd de deur geopend en de slinger
had de zestigste seconde nog niet aangegeven, toen Phileas Fogg
verscheen, gevolgd door een opgewonden menigte, die den ingang der
club was binnengedrongen. Op zijn kalmen toon, zeide hij:
"Mijne heeren, hier ben ik."
ZEVEN EN DERTIGSTE HOOFDSTUK.
Waarin aangetoond wordt dat Phileas Fogg niets gewonnen heeft d
|