FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149  
150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   >>   >|  
t gemis van hetgeen ik niet bezit," antwoordde Lewin en dacht daarbij aan Kitty. Stipan bemerkte dit, zag hem aan, maar zeide niets. Lewin was hem daar wel dankbaar voor, en toch had hij gaarne iets van haar vernomen, maar durfde er niet over beginnen. "Nu, hoe staat het toch met je eigen aangelegenheden, die van je hart, wel te verstaan?" vroeg hij schertsend. Stipans oogen glinsterden vroolijk. "Gij wilt toch niet aannemen, dat men veel van een kalatsch kan houden, als men zeker recht op iets anders heeft. Gij noemt dat een vergrijp. Voor mij is een leven zonder liefde geen leven. Ik ben nu eenmaal zoo geschapen. En men doet daar toch waarlijk niemand kwaad mede, men doet zich zelf alleen goed...." "Dus al weer een nieuwe liaison?" vroeg Lewin. "Wat hebt gij daar mee noodig? Zeg, ken je de vrouwengestalten van Ossian? Vrouwen, die men in den droom ziet.... Zulke vrouwen zijn er.... Dat zijn verschrikkelijke vrouwen. Die vrouwen, ja, 't is wat te zeggen, men vindt aan haar altijd weer wat nieuws en aantrekkelijks, maar hoe meer men ze bestudeert...." "Daarom is het beter, dat men ze niet bestudeert." "Neen, ik weet niet, welk groot man eens gezegd heeft, dat het eigenlijk levensgenot niet bestaat in het vinden van de waarheid, maar in het zoeken daarnaar...." Lewin zweeg. Met den besten wil van de wereld kon hij zich toch niet genoeg in zijn vriends zielstoestand verplaatsen om diens gewaarwordingen en diens genot in de studie der vrouwen te begrijpen. XIII. Aan het bosch gekomen, bracht Lewin zijn vriend Oblonsky naar een moerassige, geheel met mos begroeide, open plaats, liet hem daar op den uitkijk staan, begaf zich zelf naar de overzijde van die open plek, plaatste zich achter den stam van een berk en hield zijn geweer gereed. De oude geoefende Laska, die hem op de hielen gevolgd was, zette zich met gespitste ooren voor hem neder. De zon verdween achter het bosch. In den weerschijn van het avondrood teekenden zich de berken met hangende takken en zwellende knoppen scherp af tegen de donkere elzen. Uit het dichte, nog geheel met sneeuw bedekte woud kwam het water zacht murmelend in kleine kronkelende beekjes te voorschijn. De vogels kweelden en fladderden van den eenen boom op den anderen. Op de niet verafgelegen hofstede van den boschwachter sloeg, bij het rollen der wegrijdende lineika, een kleine hond aan, bleef onophoudelijk doorkeffen en stoorde hen bij het luisteren. Als h
PREV.   NEXT  
|<   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149  
150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   >>   >|  



Top keywords:

vrouwen

 

kleine

 

geheel

 

bestudeert

 
achter
 

plaatste

 

hielen

 
geoefende
 

overzijde

 
geweer

gereed

 
vriend
 

verplaatsen

 

gewaarwordingen

 
zielstoestand
 

vriends

 

wereld

 

genoeg

 

studie

 

begrijpen


begroeide

 

plaats

 

moerassige

 
Oblonsky
 

gekomen

 

bracht

 
uitkijk
 

scherp

 

anderen

 

hofstede


verafgelegen

 

fladderden

 

kweelden

 

kronkelende

 
murmelend
 

beekjes

 
voorschijn
 

vogels

 

boschwachter

 
stoorde

luisteren

 

doorkeffen

 
onophoudelijk
 

wegrijdende

 
rollen
 

lineika

 
avondrood
 
weerschijn
 

teekenden

 
berken