ontvangen, geschikt om het te helpen en te
leeren. En de reden waarom deze leeringen altijd dezelfde zijn, is dat
zij altijd komen van denzelfden oorsprong. Deze Broederschap heeft
bestaan, langen, langen tijd reeds voordat de beschaving van Europa
ontstond, voordat zelfs Indie zijn beschaving ontving. Daar, waar thans
de wateren van den Atlantischen Oceaan zich vergaren, was eens een groot
vastland, dat begon waar thans Afrika zich bevindt, en eindigde op de
plaats van het tegenwoordig Amerika. Op dit vastland had zich een hooge
beschaving ontwikkeld. Sporen van die beschaving worden nog gevonden in
Mexico en Midden-Amerika. Bij daar gedane opgravingen zijn overblijfsels
van zeer oude steden ontdekt en daar zijn hieroglyphen en beelden
aangetroffen, gelijkende op die welke men in Egypte gevonden heeft,
zoodat in Afrika aan de eene zijde en in Amerika aan den anderen kant
hetzelfde schrift en beeldhouwwerk is ontdekt. Dit toont ons dat er
tusschen deze beide werelddeelen, thans gescheiden door een grooten
oceaan, eens gemeenschap is geweest. In Plato scholen, waar hetzelfde
goddelijk weten werd geleerd, dezelfde leeringen werden verspreid,
zoodat de Grieksche beschaving werd opgebouwd op denzelfden goddelijken
grondslag. In Griekenland droegen deze leeringen het eerst den naam
Theosofie, wat niets anders is dan het Grieksche woord voor goddelijk
weten. De Grieken nu gaven dit weten niet slechts in den vorm van
godsdienst, maar ook van wijsbegeerte en wetenschap, juist zooals in
vroeger dagen gedaan werd in Babylon, Indie en China, en de wijsbegeerte
van Plato, zooals die op de scholen wordt onderwezen, berust op het
goddelijk weten. Wanneer Plato ons spreekt van denkbeelden en van den
Logos, wanneer hij ons zegt dat de wereld in de gedachte van den Logos
bestond, voordat zij zich voordeed als een stoffelijke verschijning,
wanneer hij ons spreekt van denkbeelden die, bestaande in den
goddelijken geest, een voor een worden uitgestort om de stoffelijke
wereld op te bouwen, dan leert Plato ons het goddelijk weten; en wanneer
gij de leeringen van Pythagoras bestudeert en van hem leert dat de
geheele wereld op getallen berust, wanneer gij van hem leert dat de
geheele wereld volgens meetkundige vormen en figuren is samengesteld,
dat alle steenen en kristallen en planten en dieren zijn gebouwd naar
den grondslag van getal, vorm en kleur, dan leert gij dat oude goddelijk
weten, dat hij geleerd heeft in Indie, en dat hij naar Europ
|