oudtijds, moet de mensch die het leven van den Christus
wil vinden het lagere leven dooden. Thans, gelijk voorheen, moet hij
alles opgeven, wat behoort tot het persoonlijk zelf. Nog heden, evenals
vroeger, moet al zijn aandacht op geestelijke dingen zijn gericht en
niet op aardsche. Wanneer deze voorwaarden vervuld zijn, zal Jezus, de
Meester, zich aan den leerling openbaren; maar zoolang zijne woorden
worden weggeredeneerd ter wille van wereldsche begeerten, zoolang de
mensch tracht twee meesters te dienen, in twee werelden te leven,
zoolang zal hij Jezus, den Meester, niet vinden, zal hij het leven van
den Christus niet bereiken.
#Aanhangsel.#
DE THEOSOFISCHE VEREENIGING.
De Theosofische Vereeniging is een internationaal lichaam, den 17^{den}
November 1875 te New-York gesticht.
Haar doel is:
_I. Het vormen van een kern van de algemeene broederschap der
menschheid, zonder aanzien van ras, geslacht, kaste of kleur. II. Het
aanmoedigen van de vergelijkende studie van godsdienst, wijsbegeerte en
wetenschap.
III. Het naspeuren van onverklaarde natuurwetten en van de ongeopenbaar
de krachten in den mensch._
Van deze drie doeleinden is alleen het eerste bindend voor alle leden
terwijl de twee andere tot hulp voor de bereiking van het eerste dienen.
Het volbrengen van het tweede, dat het Oosten en het Westen aan elkander
ontsluiert strekt om misverstanden voortspruitende uit verschil van ras
en godsdienstvorm uit den weg te ruimen en stelt ten dienste van beiden
de verborgen schatten van geestelijke kennis die beide bezitten. Ook het
derde leidt tot broederschap daar het den mensch zich zelf en zijn
omgeving leert kennen en hem ten slotte de geestelijke eenheid aantoont
welke aan alle wezens ten grondslag ligt. Doch het nastreven van deze
beide doeleinden vereischt bijzondere vermogens en bijzondere
gelegenheden. Zij zijn daarom niet verplichtend voor alle leden doch
worden naar vrije keuze nagestreefd door hen die zich daartoe
aangetrokken gevoelen en die in staat zijn dat te doen. Daarom vindt
iemand die hiervoor in het geheel geen belangstelling koestert, indien
hij gelooft in menschelijke broederschap en willig is daarvoor te
werken, een hartelijk welkom en een ruime plaats in de Theosofische
Vereeniging.
De leden der Vereeniging zijn meer verbonden door een ethischen dan door
een verstandelijken band en hun eenheid berust op een verheven ideaal,
niet op een omschreven geloof. De V
|