nu
in dat het verkeerd is, terwijl zij het den vorigen keer niet inzag?
Omdat de ziel in dien tijd is gegroeid, omdat zij ondervonden heeft dat
stelen ongelukkig maakt. En deze ondervinding bot als zedelijke
eigenschap uit, wanneer de ziel in een stoffelijk lichaam wordt
weergeboren. De kinderen, die thans in ons midden ter wereld komen,
worden niet geboren zooals de volkomen onontwikkelde wilde, waarover ik
sprak, niets wetende van goed en kwaad. Zoodra gij hen onderwijst,
begrijpen zij het verschil tusschen kwaad en goed en het is gemakkelijk
hun te leeren, daar hunne zielen ouder zijn en reeds vele aardlevens
doorleefd hebben, waarin zij ondervinding hebben opgedaan en verzameld,
en die ondervinding hebben omgezet in wat wij geweten noemen, in
aangeboren begrip van goed en kwaad. Deze groei van de ziel gaat door,
leven na leven, honderde keeren, zoodat de ziel, wanneer zij in een
stoffelijk lichaam ter wereld komt, na reeds honderde levens te hebben
doorgemaakt, vele vermogens in zich heeft. Zij komt ter wereld met
zekere verstandelijke kracht, met zekeren aanleg voor kunst, met
zedelijke eigenschappen. Ieder uwer werd geboren met het vermogen te
denken, zoodat gij met vrucht kondt worden opgevoed; en misschien met
eenige artistieke kracht, met talent voor schilderen, voor
beeldhouwkunst of muziek. Gij bracht die vermogens met u, en toondet ze
reeds als kind, zoodat uw opvoeding kon worden ingericht op een wijze
die geschikt was om de vermogens die gij medebracht, te kunnen
ontwikkelen. Deze vermogens, welke de kinderen meebrengen en in
overeenstemming waarmede wij hun opvoeding behooren te regelen, hebben
zij gewonnen in herhaalde aardlevens in het verleden, en telkens
gedurende hun leven in de hemelsche wereld hebben zij die vermogens
verbeterd en doen toenemen in kracht, en bij iedere geboorte op aarde
brengen zij ze mede op een hoogeren trap van ontwikkeling dan den
vorigen keer.
Op deze wijze groeit de ziel door voortdurend herhaalde wedergeboorte
op aarde en naarmate zij groeit wordt zij meer en meer gelijk God. Na
langen, langen tijd wordt de ziel op aarde geboren als een kind met een
zeer goed karakter, misschien als genie, misschien bijna volmaakt uit
een zedelijk oogpunt. Enkele kinderen worden zoo goed geboren dat hunne
opvoeding bijzonder gemakkelijk is, onzelfzuchtig, vriendelijk en
liefdevol, anderen ter wille. In deze kinderen wonen zielen die oud
zijn, zielen die reeds vele malen op aarde geweest z
|