t een mensch gelijk een kind moest worden om het
koninkrijk Gods binnen te gaan. In het geheele onderwijs van Jezus heeft
de uitdrukking: "het koninkrijk Gods" de beteekenis van "inwijding" en
de nieuw-ingewijde wordt een "kind" genoemd. Gij herinnert u ook dat
Paulus van zijn bekeerlingen hoopte dat Christus een gestalte in hen
mocht krijgen. Zij waren gedoopt als lidmaten der kerk, zij hadden
deelgenomen aan het Avondmaal, en toch noemde hij het zijn hoogsten
wensch, dat Christus in hen mocht worden geboren. Hieruit blijkt dat de
geboorte van Christus in den mensch niet beteekent lidmaat te worden van
de kerk, maar iets hoogers waarnaar de Christen moet streven. Een van de
redenen waarom de inwijding "de geboorte van den Christus" werd genoemd
is dat de mensch die deze eerste der groote inwijdingen ontvangt, voor
de eerste maal het bewustzijn van het buddhisch gebied ondervindt. Hij
wordt door zijnen Meester tot dat gebied gevoerd: door de aanraking van
den Meester wordt hij voor de eerste maal bewust op dat gebied. Dan
begrijpt hij wat eenheid beteekent: hij gevoelt dat hij een is met al
wat bestaat, hij ondervindt dat hij niet afgescheiden is, maar een deel
van het groote geheel; hij begrijpt het niet door verstandelijke
inspanning, maar ondervindt het door onmiddellijk bewustzijn. Dan begint
in den ingewijde het leven van den Christus, en langzamerhand neemt hij
dien geest van liefde en mededoogen in zich op. Zoo ontwikkelt de
Christus in hem. Nog twee andere inwijdingen moet hij doormaken terwijl
hij nog altijd als onvolwassen beschouwd wordt. Dan komt de tijd voor
den mystieken doop, die overeenkomt met den doop van den mensch Jezus.
Deze doop is de inwijding van den Arhat. Van dien tijd af is het
bewustzijn van den ingewijde voortdurend op het buddhisch gebied. Voor
deze inwijding wordt zijn bewustzijn van tijd tot tijd daarheen
overgebracht, maar wanneer zij heeft plaats gevonden, en de doop des
geestes ontvangen is wordt het buddhisch bewustzijn zijn gewone
bewustzijn, en begint hij langzamerhand het nirvanisch bewustzijn te
verwerven. Het bewustzijn op het buddhisch gebied wordt genoemd het
leven van den Zoon, die altijd in den hemel is bij zijnen Vader, en toch
op aarde wandelt onder de menschen als een van hen. Wanneer de mensch
dezen trap heeft bereikt, kan hij een Heiland der menschheid worden,
want daar zijn bewustzijn een is met dat van alle menschen kan hij met
hen deelen al wat hij heeft, daar hij zelf
|