ng komt helpt, vol wijsheid en inzicht in alle geestelijke
waarheid, heeft hij het standpunt bereikt waarop Jezus doelde toen hij
zeide: "Weest dan gijlieden volmaakt gelijk uw Vader die in de hemelen
is volmaakt is." Dit zou onmogelijk zijn indien de mensch niet gedurende
honderde levens tot die hoogte kon klimmen. Voor den wilde, over wien ik
u gesproken heb, zou het niet mogelijk geweest zijn, in een leven
volmaakt te worden, te worden gelijk God. Maar zonder twijfel is het
mogelijk, wanneer hij leven na leven op aarde terugkeert, leven na leven
verbetert en groeit, totdat de ziel van een klein zaadje gegroeid is tot
een machtigen boom, na talrijke eeuwen van levens. En evenals de eik
door zijne bladeren die hij ontplooit, den geheelen zomer voedsel
verzamelt, en dit voedsel uit de bladeren voert tot takken en stam, en
in den herfst de bladeren afvallen en sterven, maar de boom door het
opgenomen voedsel gegroeid is--- zoo ook zendt de menschelijke ziel een
lichaam uit, gelijk de boom zijne bladeren, en verzamelt ondervinding
door het vergankelijke lichaam, gelijk de boom door de bladeren zijn
voedsel. Al die ondervinding neemt de ziel in zich op: het lichaam
sterft wanneer zijn tijd daar is, maar de ziel groeit door de opgedane
leering en nadert de volmaking.
Dit is wat de Theosofie leert omtrent den groei der ziel, en gij hebt
gezien dat wij gekomen zijn tot de gevolgtrekking, dat de mensch
volmaakt kan worden, en de vraag zal bij u opkomen: "Wat moet de
volmaakte mensch doen met zijne volmaking?"
Hij moet zijn medemenschen helpen. Zij die volmaakt zijn geworden zijn
degenen die wij Meesters noemen. Zij zijn de Leeraars der groote
godsdiensten, zij zijn het die tot de wereld komen om den menschen te
leeren hoe te leven, hoe sneller te groeien. Zelf volmaakt geworden,
blijven zij anderen leeren hoe de volmaking te bereiken. Jezus, die
zelf volmaakt is, bleef op aarde ten einde den menschen te leeren hoe
zij volmaakt konden worden en gelijk aan Hemzelf. En de Theosofie leert
dat deze volmaakte menschen nog heden bereikt kunnen worden. Zij zijn
niet ver weg in den hemel, maar hier op aarde. En wij kunnen hen vinden,
indien wij den juisten weg inslaan; en de eenige weg om hen te vinden is
te trachten hun gelijk te worden. Misschien hebt gij wel eens in de
geschriften van de heiligen der Christelijke kerk gelezen, hoe Jezus tot
hen kwam en hun leerde; en dan hebt gij steeds gedacht dat dit droomen
waren of verzinsels
|