en zij den strijd
volhouden of op de plaats zelve vergaan. Voor een aantal vluchtelingen
uit de tenten der Choctaws en Chickasaws is Caddo eene wijkplaats en
vrijstad geworden.
De plek, waarop deze uitgewekenen zich gevestigd hebben, is een stuk
gronds, verlaten door de Caddoes, een kleinen zwervenden stam, die
vroeger in deze wateren vischte en in deze bosschen jaagde. Zeer in
aantal verminderd, zijn de Caddoes uitgeweken naar de streken bij
de Washita, en hebben hunne vroegere jachtvelden overgelaten aan
de coyoten en de wolven. Rechtens ligt het distrikt in het land der
Choctaws, maar de Choctaws hebben nooit deze vallei in bezit genomen;
en de verschijning van blanke werklieden, die een spoorweg kwamen
aanleggen, bewoog de naast bij wonende indiaansche familien om hare
wigwams verderop te verplaatsen. Caddo, overgelaten aan den "vuurgen
salamander" en aan de vrijgelaten slaven, werd een stad.
Zooals zich, met het oog op haar oorsprong, reeds laat verwachten, is
Caddo in de politiek radikaal, om niet te zeggen revolutionair. Daar
de negers en hunne nakomelingen, de zambo's, geen Indianen zijn, en
er voor hen in de indiaansche republiek dus geen plaats is, wenschen
de inwoners van Caddo niets minder, dan de geheele bestaande orde
van zaken te veranderen:--opheffing van de afzonderlijke indiaansche
nationaliteit; van de verdeeling der Indianen in stammen en gezinnen;
van de uitsluiting van vreemdelingen uit het indiaansche grondgebied;
voorts afschaffing der indiaansche bloedwrake, van de onbeperkte
macht der opperhoofden en den gemeenschappelijken grondeigendom.
"Welke veranderingen zoudt gij alzoo wenschen in te voeren? vraag ik
een zwarten politieken dilettant.
--Welke veranderingen? antwoordt de zwarte radikaal. Alles moet
veranderen. Wij verlangen dat de stammen worden afgeschaft; dat
een regelmatig bestuur worde gevestigd, het land voor den arbeid
en het kapitaal geopend; dat het bestuur der opperhoofden ophoude,
alsmede de handel in vrouwen en het gemeenschappelijk grondbezit. Dit
verlangen wij voor de anderen; maar wij hebben ook iets voor ons zelven
te vragen. Tot nu toe hebben wij geen rechten. Gij vindt ons hier in
Caddo, maar wij worden hier enkel geduld. Onze landerijen behooren ons
niet. Elken dag kan men ons wegjagen, zonder dat wij eenige vergoeding
ontvangen voor de verbeteringen, die wij hebben aangebracht.
--Eenige opperhoofden der Choctaws hebben mij toch verzekerd, dat
zij u naar recht e
|