r Warmoth had hij niets te hopen. Warmoth trachtte een
middenweg te vinden; even als Kellogg, is ook hij een vreemdeling;
hij ook had zijne aanhangers, en behoefde zich niet door eene
eerste nederlaag te laten afschrikken. Als gouverneur had hij de
stemmingslijsten in bewaring. Het was zijn plicht, de Kamers bijeen
te roepen; zonder zijne onderteekening had geen wet eenige kracht. In
geval noch Mac-Enery noch Kellogg de wettigheid hunner verkiezing
konden bewijzen, moest Warmoth, thans de wettige gouverneur, zijne
functie blijven waarnemen tot er eene nieuwe verkiezing was gehouden,
die dan andermaal moest worden onderzocht en goedgekeurd. Wie weet,
welke kandidaten het dan winnen zouden? In ieder geval bood zich voor
hem eene nieuwe kans aan.
Niet gezind den gouverneur te vertrouwen, en nog minder om zijne
benoeming te onderwerpen aan de beslissing van eene Kamer, door
den gouverneur bijeengeroepen en gepresideerd, belegde Kellogg eene
vergadering van zijne aanhangers. Het was Zaterdagmorgen: des Maandags
zouden de Kamers bijeenkomen. De Kamer zou dan, onder leiding van
Warmoth, overgaan tot het onderzoek der geloofsbrieven, en zou zeer
waarschijnlijk de vraag, wie der beide kandidaten, Mac-Enery of
Kellogg, wettig gekozen was, onderwerpen aan de beslissing van het
Hooggerechtshof. Kellogg was al even bang voor de rechters als voor
de senatoren. Maar hoe zou hij het aanleggen om beiden uit den weg
te ruimen?
Billings, de gewetenlooze prokureur, die geheel in het belang der
negers handelde, stelde voor, dat Cesar Antoine, de zwarte pakkedrager,
gebruikt zou worden om niet alleen den gouverneur en de Kamers, maar
ook de plaatselijke gerechtshoven, schaakmat te zetten. Dit voorstel
werd aangenomen, en de zwarte sjouwer begaf zich naar den rechter
Durell, niet in de openbare rechtzitting, maar in Durell's eigen
woning. Daar legde hij den rechter een merkwaardig stuk voor, waarin
deze neger, uit aanmerking dat hij, Cesar C. Antoine, hoezeer wettig
verkozen tot luitenant-gouverneur van Louisiana, echter reden had om te
verwachten dat hem bij de aanvaarding van die betrekking hinderpalen
in den weg zouden worden gelegd, tot het Hof der Vereenigde-Staten
het verzoek richtte om een bevel uit te vaardigen, waarbij aan zekere
met name genoemde personen verboden werd, op eenigerlei wijze, door
woord of daad of teeken, zijne wettige aanspraak op de betrekking
van luitenant-gouverneur te weerstreven.
De door Billings opgemaak
|