zetel had weten
te dringen. Evenwel, zijn bezwaar gold alleen den vorm: voor Pinch,
als regeeringspersoon, kon Williams kwalijk eenige achting gevoelen;
tegenover Pinch, als partijman, had hij een plicht te vervullen. Hoe
zou men het aanleggen, zonder de betamelijkheid en de publieke opinie
al te zeer te krenken? Men kon Pinch niet openlijk als gouverneur
erkennen. Doch, daar hij de betrekking van gouverneur vervulde, kon
men hem den titel geven van "waarnemend gouverneur": op die wijze zou
zijne waardigheid, hoewel niet officieel erkend, toch stilzwijgend
aanvaard worden. Williams is een meester in de onbepaalde, huichel-
en nevelachtige fraseologie der kanselarijen. Den volgenden dag werd
van Washington naar Nieuw-Orleans dit telegram verzonden:
Waarnemend gouverneur Pinchback, Nieuw-Orleans.
Departement van Justitie, 12 December 1872.
"Neem aan dat gij erkend zijt als het wettig uitvoerend gezag van
Louisiana, en dat de vergadering in het Mechanics' Institute de wettige
wetgevende macht van den staat is. Men stelt voor, dat gij in dien
zin eene proklamatie uitvaardigt, en te kennen geeft dat zoowel aan
u als aan de genoemde wetgevende macht de noodige hulp zal worden
verstrekt om den staat tegen wanorde en geweld te beveiligen."
Krachtens deze machtiging van het Kabinet, werd de gouverneur
Warmoth afgezet, en Pinchback door de federale officieren in zijn
ambt geinstalleerd. Niettemin was Pinch niet op zijn gemak, en kon
dit ook niet zijn zoo lang de gouverneur Warmoth nog in Nieuw-Orleans
vertoefde. Het kon gebeuren, dat die heer hem op straat tegenkwam en
duchtig afranselde. Pinch had geen trek in een pak slaag; en daar hij
niet alleen over federale generaals, maar ook over federale rechters
kon beschikken, wilde hij eens beproeven of het gerecht hem niet van
zijn geduchten vijand zou kunnen ontslaan.
Een tweede federale rechter, Elmore genaamd, kwam te Nieuw-Orleans,
en Pinch verscheen voor zijn rechterstoel met de oude aanklacht
tegen gouverneur Warmoth, en met verzoek dat de gouverneur van zijn
betrekking zou worden vervallen verklaard. Elmore was in dit geval
geheel onbevoegd: de zaak behoorde te huis bij het Hoog-gerechtshof van
Louisiana, dat in deze alleen uitspraak kon doen. Niettemin nam Elmore
de beschuldiging aan, en verklaarde, zonder zelfs den beschuldigde te
hooren, dat de gouverneur Warmoth als zoodanig was afgezet. Warmoth,
die dit vonnis niet aannam, beriep zich op de rechters van Louisia
|