na,
en dezen beslisten, dat de handelwijze van Elmore onwettig was,
en zijne uitspraak van geene waarde. Elmore wilde nochthans zijn
vonnis niet herroepen, en de rechters van Louisiana daagden hem voor
hunne rechtbank wegens miskenning van het hof. Hij lachte hen in hun
gezicht uit, wel wetende, dat hij, even als Pinch, op het federale
leger rekenen kon. Want al deze schandelijke handelingen geschiedden
onder bescherming van generaal Emory, die de creaturen van President
Grant trouw bijstond.
Gedurende vier of vijf weken regeerde Pinch over Louisiana. Spotters
noemden hem Koning Pinch, Zijne Zwarte Majesteit, Lord Paper-Collar
(papieren halsboord) en Markies van Pomade. Zij zonden hem verdichte
depeches, en lieten bespottelijke besluiten drukken, met zijn naam
onderteekend. Eindelijk was de tijd zijner regeering verstreken; hij
gaf het Kapitool en het groot-zegel over aan Kellogg, en ontving als
belooning den titel van gouverneur, en de waardigheid van senator
te Washington, met al de voordeelen en emolumenten aan die hooge
waardigheid verbonden.
Zijne verschijning in den Senaat, waar hij eene plaats zou innemen
naast de Shermans en Wilsons, de Boutwells en Camerons, te midden
der eerwaardige beschreven vaderen der republiek, verwekte een
storm, die nog niet is bedaard, hoewel er op dit oogenblik (1875)
twee-en-twintig maanden verloopen zijn, sinds hij zijn geloofsbrieven
op het bureau deponeerde.
De Senaat benoemde eene commissie, die deze geloofsbrieven moest
onderzoeken, en dus ook nazien of zij door den wettigen gouverneur
waren geteekend en gezegeld. Daardoor kwam natuurlijk de geheele
kwestie ter sprake. De groote meerderheid der commissie bestond uit
republikeinen, die voor hunne partij eene stem zouden winnen, als
Pinch word toegelaten. Maar tot deze toelating te adviseeren, was voor
ernstige mannen toch niet mogelijk. De commissie kwam tot het besluit
dat Kellogg geen gouverneur van Louisiana was; dat zijne handteekening
geen waarde had; dat het staatszegel van Louisiana was misbruikt,
en dat Pinchback geen recht had, in het Congres zitting te nemen.
Na een zeer lang en merkwaardig debat, besliste de Senaat, ondanks
de eischen van het partijbelang, en overeenkomstig het voorstel der
commissie, dat Kellogg niet de wettige gouverneur was van Louisiana,
en Pinchback niet de wettige senator voor dien staat; tevens bepaalde
dit hoogste College dat eene nieuwe verkiezing zou worden gehouden,
opdat aan de he
|