oor. Eener goede markt
ontbreekt het zelden aan aanvoer; en toen de houthandelaars vernamen
dat er gebrek was aan timmerhout in Denison, zonden zij gansche
ladingen derwaarts, ofschoon de naam van Denison-City op geene enkele
kaart of in geen enkel handboek te vinden was. Het werk ging vlot van
de hand. Nelson-huis werd onder dak gebracht; voor Adams-huis werden de
grondslagen gelegd; kleine woningen verrezen hier en daar. Negers van
Caddo en Veneta, Joden van Dallas, Shreveport en Galveston, benevens
vagebonden, spelers, schacheraars en gelukzoekers van elke hemelstreek,
stroomden naar de stad. Een herberg, een verkoophuis, een danshuis
werden aldra geopend. Binnen zes maanden telde Denison eene bevolking
van duizend zielen, van allerlei kleur en geloofsbelijdenis, en was het
door geheel den omtrek beroemd als de vroolijkste stad in gansch Texas.
Er zijn nu ter nauwernood acht-en-twintig maanden verloopen,
sedert kolonel Stevens den platten grond zijner stad op het papier
teekende, en Denison telt tegenwoordig reeds eene bevolking van
vierduizend-vijfhonderd zielen. Het spoorwegdepot beslaat een vierde
van de oppervlakte der stad; en nabij dit depot bevinden zich twee
groote ijskelders, benevens slachthuizen, de katoenpers, vier kerken,
vijf herbergen en een onnoemlijk aantal speelhuizen.
Denison mag zich reeds beroemen op een mayor, acht aldermen,
"allen eerlijke demokraten," een recorder (officier van justitie),
die "de schrik der boosdoeners" is, en een kamer van koophandel. Op
onze wandeling door de stad, werd mijne aandacht getrokken door een
vrijmetselaarsloge en een paar andere clubs en societeiten. Maar de
trots van Denison is bovenal de school, een gebouw van rooden baksteen,
in dien eigenaardigen amerikaanschen tudor-stijl, die in de zuidelijke
Staten zoo algemeen is. Dit gebouw kostte vijf-en-veertigduizend
dollars, die tot den laatsten cent gevonden werden uit leeningen in
Engeland gesloten. Wat wonderlijke uithoeken der wereld worden al
niet door het engelsche goud bevrucht!
Blijft Denison zoo vooruitgaan, dan bestaat er kans dat de
geldschieters hun geld terug krijgen, en dat zij bovendien de
zelfvoldoening zullen smaken, van mede arbeiders te zijn geweest aan
een goed werk.
Met hare ruwe, luidruchtige, ongebonden bevolking, mag Denison
inderdaad aanspraak maken op den naam vau eene "vroolijke stad". Er
wordt hier zeer sterk gedronken. Het is heden Zondag; niettemin
zijn de herbergen geopend, en
|