digde zou gekregen hebben wanneer het van hem bewezen was. Maccus
verklaarde dat hij geen stuk had aangeraakt tegen den wil van den
eigenaar. Dat deze daarentegen met alles uit eigen beweging was komen
aandragen, dat er van een prijs niet gesproken was. Dat hij den
schoenmaker tot den wedloop had uitgedaagd en dat de man die uitdaging
had aangenomen. Reden tot klagen had hij niet; hij had 't in den wedloop
eerlijk verloren.--HENDRIK: Dit geding heeft wel wat van dat bekende
proces om de schaduw van den ezel. En hoe liep 't af?--JAN: Toen er
genoeg gelachen was, noodigde een der rechters Maccus bij zich te eten
en aan den schoenmaker werd 't geld uitbetaald. Iets dergelijks is in
mijn jongensjaren ook te Deventer gebeurd. 't Was in den vastentijd,
waarin (naar het spreekwoord zegt) de visschers 't heft in handen hebben
en de slagers ledig rondloopen. Er stond iemand bij de uitstalling van
een fruitvrouw, een verbazend dik wijf; met gespannen blikken keek hij
naar alles wat te koop lag uitgestald. Als gewoonlijk vroeg ze of
mijnheer iets noodig had. En toen zij zag hoe hij zijn oogen op de
vijgen gevestigd hield vroeg ze: "Wilt u vijgen? Ze zijn overheerlijk."
Toen hij geknikt had van ja, vroeg ze hoeveel pond hij verlangde. "Wil u
vijf pond?" Op zijn toestemmenden knik schudde ze hem dat gewicht in een
slip van zijn kleed. Terwijl zij haar weegschaal opbergt, gaat de kooper
heen, niet hard wegloopend, maar kalm en bedaard. Toen de koopvrouw weer
terugkwam om 't geld in ontvangst te nemen zag ze den kooper rustig
wegwandelen. Zij zette hem na, meer met haar stem dan met haar beenen.
Hij deed net als of hij 't niet merkte en ging door. Eindelijk bleef hij
staan, toen veel menschen op 't geschreeuw van de koopvrouw kwamen
aanloopen. Nu wordt te midden van 't volk de zaak behandeld. Algemeen
gelach! De kooper zegt dat hij niet gekocht heeft, maar alleen dankbaar
aangenomen wat hem beleefd werd aangeboden. Als ze hem voor 't gerecht
wilde dagen, dat hij dan zou verschijnen.--HENDRIK: Kom aan. Ik zal ook
een verhaaltje ten beste geven dat misschien wel eenigszins gelijk is
aan 't uwe, maar toch niet minder aardig is. Alleen is de hoofdpersoon
niet zoo beroemd als uw Maccus. De wijsgeer Pythagoras verdeelde de
geheele markt in drie klassen van menschen: de eene groep komt om te
verkoopen, de andere om te koopen en deze beide soorten van menschen,
zei hij, hebben 't hoofd vol zorgen en zijn dus niet gelukkig. Anderen
komen alleen
|