s het kerkhof en het lusthuis van
M. Snoeck.
Ellezele -- _Ellezelles_ -- ligt in eene vallei.
Halfweg loopt eene straat naar van den Daele's bosch, met diepe
ravijnen, kreupelhout en eeuwenoude boomen. De groei is hier bij uitstek
krachtig.
In eene ouderwetsche herberg kan men allerhande versterkingen en
ververschingen bekomen. De waard en zijne vrouw zijn ongemeen beleefd en
voorkomend, misschien wel omdat de nieuwere beschaving er de
voorvaderlijke gewoonten nog niet gansch kon uitroeien. Wij zagen het
vuur flakkeren in den breeden haard op eenige steenen.
St-Sauveur is een vriendelijk dorp met ruim 2,000 zielen. Watripont, op
de Ronne, telt er slechts 400.
Watripont, oudtijds Waudripont geheeten, was de zetel van eene groote
heerlijkheid. De burcht was versterkt. In de gedempte grachten heeft
men kanonballen en wapens gevonden, getuigen van vroegere belegeringen.
Het huidige kasteel dagteekent van de XVIIIe eeuw.
Tot de heerlijkheid van Waudripont behoorde langen tijd eene vierschaar,
die te Ronse het recht van hooge, middelbare en lage justitie
uitoefende. In 1240 schonk Geeraard van Waudripont aan de ingezetenen
van Ronse eene keure, hen vrij verklarende van lasten en leendiensten.
Veertig jaren nadien werd Ronse eene baronij. Deze hoorde in den loop
der tijden aan vijf verschillende geslachten toe: aan het grafelijk huis
van Vlaanderen (1280-1402); aan het huis van Hamaide-Roggendorf
(1402-1549); aan het huis van Granvelle (1549-1630); aan het huis van
Nassau-Siegen (1630-1745); aan het huis de Merode-Westerloo (1745-1830).
Watripont is hedendaags een lachend dorpje, omgeven van uitgestrekte
weiden.
In het kerkje vindt men verscheidene oude grafzerken.
XXVIII.
De Fiertere van Ronse.
Het Vlaamsche volk heeft altijd zijne heiligen geliefd en in het
openbaar vereerd.
Gent viert den H. Livinus, Mater de H. Amelberga, Tiegem den H.
Arnoldus, Ronse den H. Hermes.
Uit dien eerbied sproten de bedevaarten en de ommegangen. Op zekere
dagen droeg men de reliquiekas of de fiertere der heiligen plechtig van
de eene plaats naar de andere, onder den toeloop van eene groote en
biddende menigte.
Zulke ommegangen zijn door den band heel eigenaardig en bij uitstek
dichterlijk. Zij spreken in alle geval hoog en luid van den
onverschrokken godsdienstzin der vorige geslachten, van het levendig
geloof der vervlogen eeuwen.
Sint Hermes -- de patroon van Ronse -- leefde in de tweede eeuw der
|