ken.--Wij namen weer
bezit van onze bedden en brachten een zeer aangenamen nacht door,
zoodat wij des morgens verkwikt te Carmen aankwamen.
Carmen is de groote stapelplaats van het onder den naam van
Campechehout bekende verfhout; de stad is rijk; een aantal
handelshuizen hebben groote fortuinen gewonnen in dien weinig bekenden
handel, die een langdurig verblijf in het land vordert en eene volkomen
kennis eischt van de plaatselijke toestanden en van de menschen,
met wie men in aanraking komt. Een van de voornaamste huizen is dat
van de heeren Anizan, waarvan ik vroeger den stichter had gekend:
hij was dood, maar zijn broeder don Benito en zijn zoon don Pancho
waren nog in leven. Wij hadden elkander in geen vijf-en-twintig jaren
gezien, en wij waren dus alle drie vrij wat veranderd: men herkende
mij eerst nadat ik mijn naam had genoemd. Maar nu was ik ook aanstonds
een lid der familie; ik knoopte met don Benito een gesprek aan over
de ruinen, waarmede hij volkomen vertrouwd was. Hij had juist eene
zeer merkwaardige ontdekking gedaan. Don Benito is eigenaar van een
zeer groot eiland in de Usumacinta, het eiland del Chimal, waar men
oude pyramiden, graven en overblijfselen van tempels vindt. Bij het
doen van opgravingen had men nu kanonnen gevonden van gebakken aarde,
anderhalve el lang, met kogels eveneens van gebakken aarde, waarvan
hij mij enkele exemplaren aanbood. Dit aarden kanon schijnt inderdaad
iets zeer vreemds, maar bij nadenken wijkt mijne verbazing en kan
ik mij de zaak zeer goed verklaren. Het schijnt mij zeer natuurlijk,
dat ten gevolge van den grooten veldslag, dien Cortez tegen de troepen
van Tabasco moest leveren bij Centla--tegenwoordig Comalcalco--waarbij
hij al zijne krachten moest inspannen en waarin vooral de artillerie
uitstekende diensten bewees,--het schijnt mij natuurlijk, zeg ik,
dat de Indianen, ten hoogste getroffen door de vreeselijke uitwerking
van het nieuwe wapentuig, eene poging hebben beproefd om het na te
maken. Zonder zich rekenschap te geven van de werking van het kruit
en onbekend met het ijzer, vergenoegden zij zich, in hunne naieve
onwetendheid, met het nabootsen van dit moorddadig wapentuig in
aarde, denkende dat zij daarmede hetzelfde doel zouden bereiken als
de Spanjaarden met hun geschut.
Bij den dood van den cacique werden de kanonnen en de kogels van
gebakken aarde met hem begraven. Ook hieruit wederom blijkt de jonge
dagteekening van sommigen dezer grafheuvelen.
De va
|