ertig voet breed
en acht-en-twintig voet lang; de hoogte bedraagt ongeveer veertig
voet, met inbegrip van den zoogenaamden dekoratieven muur, die geheel
begroeid is.
Al deze tempels gelijken op elkander; hunne meest kenmerkende
eigenaardigheid is de geweldige dikte der muren, voorts de nissen ter
wederzijde van het voornaamste vertrek en de regelmatige versmalling
van het gebouw naar de achterzijde. Het inwendige van zulk een tempel
bestaat uit twee of drie smalle, evenwijdig loopende gangen, die
door middel van breede openingen gemeenschap hebben met een zaal of
dwarsgang aan de voorzijde. De houten posten dier poorten of openingen
zijn rijk gebeeldhouwd. In de tempels zijn de muren hooger dan in de
paleizen, en vormt het zoogenoemde gewelf, dat eveneens hooger is,
een scherper hoek. Blijkbaar was deze constructie noodig ter wille
van den geweldigen dekoratieven muur, die het gebouw in figuurlijken
zin verplettert, en het ook in letterlijken zin zou gedaan hebben,
als de bouwmeester daartegen niet de noodige voorzorgen had genomen
door de dikte der muren, de verlenging van het gewelf en de weinige
breedte der gangen of kamers.
Maudsley zegt, dat hij in die tempels geen enkel afgodsbeeld noch
eenig ander voorwerp van vereering vond; maar hierin vergist hij
zich. Indien hij toen reeds Lorillard had bezocht en Palenque gekend,
zou hij begrepen hebben dat al het snijwerk in hout eene godsdienstige
beteekenis had, dat deze voorstellingen de plaats der afgodsbeelden
bekleedden en rechtstreeks in verband stonden met de eeredienst.
Laat ons een blik werpen op die beeldwerken. Eene eerste plaats
bekleedt daaronder een groot bas-relief in hout, dat ongetwijfeld deel
uitmaakte van een altaar en eene treffende gelijkenis heeft met de
steenen bas-reliefs, die wij te Palenque hebben gevonden. Dit paneel
heeft ongeveer dezelfde afmetingen: het is een el vijf-en-negentig duim
hoog en twee el acht-en-twintig duim breed. Evenals op de gebeeldhouwde
zerken van Palenque, zien wij hier twee figuren in hoog relief, omgeven
van die wonderlijke, barbaarsche en vaak onverklaarbare ornamenten
en attributen, die een kenmerk zijn van de amerikaansche beeldwerken.
De letters van de opschriften ter rechter en ter linker zijde zijn
verwonderlijk goed bewaard gebleven en kunnen onmogelijk tot een
verwijderd tijdperk behooren; die letters of teekens zijn overigens
geheel dezelfden, die wij te Lorillard en te Palenque hebben gevonden,
en die w
|