uggetrokken
had, stookte L. de Potter het vuur aan. Alsdan riepen de misnoegde
Mogendheden hunne gezanten terug; ook de geweldige handelscrisis deed den
strijdlust der Belgen weldra koelen. De stormachtige zittingen van de
Kamers, waarin soms het publiek der tribunen tusschenkwam, namen ten slotte
een einde. 't Is bij zijne ontkennende stemming over het voorstel, dat
Gendebien zijnen beruchten uitroep deed: "Ik stem neen! 380.000 maal neen!
voor de 380.000 Belgen die gij aan de vrees opoffert!" Den 19en Maart 1839
stemden de Kamer der Volksvertegenwoordigers en eene week later de Senaat
goedkeurend over het Verdrag van Londen. Het werd aldaar, den 19en April
1839, onderteekend door Belgie, Holland, den Duitschen Bond en de vijf
groote Mogendheden.
In Holland zelf had intusschen de Vorst, dien men vroeger "Vader Willem"
noemde, geheel en al zijne populariteit verloren. Hij kon het wel zien,
toen den 20en December 1839 zijn voorstel om 56 millioen te ontleenen tot
het dekken der schuld, benevens het ontwerp van begroeting, verworpen
werd; de oppositie eischte eene grondwetsherziening en bekwam de zoo lang
gevraagde ministerieele verantwoordelijkheid (6en September 1840). En
wanneer de oude Koning zijn inzicht te kennen gaf, met de Belgische
katholieke gravin d'Oultremont in het huwelijk te treden, ging zulk een
geschreeuw in het land op, dat hij van de kroon afstand deed (7en October
1840), en met zijne gemalin en zijn overgroot fortuin naar Berlijn trok,
waar hij drie jaar later overleed.
Met zijnen opvolger, Willem II, den prins van Oranje, sloot Belgie, den 5en
November 1842, het eindverdrag, dat alle moeielijkheden aangaande de
grenzen, de scheepvaart en de schuldverdeeling vereffende.
Besluit
Veroorzaakt door het slecht beleid van de Hollandsche regeering, aangevuurd
door de kuiperijen van de Fransche clubs in Belgie, mogelijk gemaakt door
het verbond der geestelijkheid met de vrijzinnigen, bekrachtigd door den
naijver en de hebzucht van Engeland en Frankrijk, is de Belgische
Omwenteling in hare gevolgen op zeer verschillende wijzen beoordeeld
geworden.
Ondanks de veroordeeling der Belgische Grondwet door Paus Gregorius XVI,
die de vrijheid van geweten "een pest en een geestverwarring" en die van
drukpers "eene verderfelijke ongeregeldheid" noemde (15en Augustus 1832),
trachtten de katholieken voor zich zelven, met volle handen, het rijkste
gewin uit de onbeperkte grondwettelijke vrijheden te putten; onaf
|