schrikmiddel dat
zij zelf gesmeed hadden, beproefden de Fransche en Waalsche leiders van de
Omwenteling, onze taal in Vlaamsch-Belgie uit te roeien. Durfde niet
Nothomb, in zijn berucht _Essai sur la Revolution Belge_(1834) -- eene
verdediging van het gedrag van de hoofden van de beweging -- de Vlamingen
aansporen "openlijk de Fransche taal aan te nemen?" Toonden zich niet de
Rogiers en hunne vrienden in alle omstandigheden de vijanden van de
Vlaamsche taal, en trachtten zij niet, op alle mogelijke wijzen, het
Fransch in Vlaamsch-Belgie te verspreiden?
Den dag na zijne aanstelling, was de eerste daad van het Voorloopig Bewind
het Staatsblad uitsluitend in de Fransche taal op te stellen (5en October);
tien dagen nadien schafte zij de Vlaamsche Kamer af, die over de vonnissen
uit Limburg bij het Beroepshof van Luik uitspraak deed. Einde October werd
de Vlaamsche taal insgelijks uit het leger gebannen; bevelen en bestuur
zouden voortaan in het Fransch "als zijnde de in Belgie meest verspreide
taal" geschieden. Men vergete daarbij niet dat er in 1831 op 2700
officieren nog geen 150 Belgen waren; de overige waren, tot Wellingtons
groote ergernis, door Leopold aangeworven Franschen, en zijn generale staf
bevatte 24 Franschen tegenover 4 Belgen.
Den 16en November 1830 vaardigde het Voorloopig Bewind -- dat nochtans,
sedert de aanstelling van het Congres, van de wetgevende macht beroofd was
-- zijn berucht treurig Besluit uit, dat straffeloos onze taal versmaadde
en met de voeten trapte.
"Overwegende, zeiden Rogier, Gendebien. Felix de Merode en Van de Weyer,
dat het Vlaamsch, door de inwoners van zekere plaatsen (?) gesproken,
verschilt van provincie tot provincie en soms van omschrijving tot
omschrijving, zoodat het onmogelijk zijn zou den tekst der wetten en
besluiten in die taal af te kondigen, zal het Fransch in Belgie de eenige
officieele taal zijn." Wel is waar werd het gebruik van het Nederlandsch
toegelaten, doch onder zulke voorwaarden, dat de aanwezigheid van een
Vlaamschonkundige onder de rechters, de Fransche taal aan een gansche
omschrijving opdrong. En in het bestuur zoowel als in het leger welk een
onrechtvaardige verhouding tusschen Vlamingen en Walen: bijna geen
Vlaamsche officieren, bijna geen Vlaamsche ambtenaren; dit was het gevolg
van de geweldige plaatskensjacht, waarmede de Walen hunne taalgenooten van
't Voorloopig Bewind bestormd hadden.
Onrechtvaardige taalbesluiten, onrechtvaardige verdeeling
|