de halt van vijftig minuten, op eene hoogte van
vierduizend-tweehonderd-zeventig el. Tweemaal moesten wij overgaan op
de noordoostelijke kam, die wij een klein eind weegs volgden; maar
zonder dat die verandering ons eenig voordeel bracht, want deze kam
was veel minder stevig, veel steiler en altijd moeilijker te beklimmen
dan de oostelijke helling. Uit vrees voor de steenlawinen evenwel,
droegen wij zorg ons niet te ver van die kam te verwijderen.
"Wij waren nu aan den voet gekomen van dat gedeelte van den Matterhorn,
dat, van den Riffelberg of van Zermatt gezien, volkomen loodrecht
schijnt en zelfs over het dal schijnt heen te hangen; het was ons
nu ook verder onmogelijk, langs de oostelijke helling naar boven
te klimmen. Gedurende eenigen tijd moesten wij, de sneeuw volgende,
tegen de helling opklauteren, die naar de zijde van Zermatt afdaalt;
daarop wendden wij ons met algemeen goedvinden weder rechts, dat wil
zeggen, naar de zuidelijke flank van den berg. Wij hadden toen in de
orde van den tocht eenige verandering gebracht. Croz liep aan het
hoofd der kolonne; ik volgde hem; Hudson kwam achter mij; Hadow en
de oude Taugwalder vormden de achterhoede. "Nu, zeide Croz, terwijl
hij zich in beweging stelde, zal het anders gaan worden." Naarmate
de moeilijkheden van ernstiger aard werden, werd het noodig de
meest mogelijke voorzorgen te nemen. Op sommige plaatsen was ter
nauwernood eenig steunpunt te vinden: het was dus raadzaam dat zij,
wier tred de meeste vastheid had, vooraan gingen. De helling van
dezen bergwand bedroeg over het algemeen nog geen veertig graden;
de sneeuw, die zich hier had opgehoopt, had de gaten en spleten der
rotsen geheel gevuld; de rotspunten, die hier en daar boven de sneeuw
uitstaken, waren somwijlen overdekt met eene dunne ijskorst, gevormd
door de sneeuw, die gesmolten en bijna onmiddellijk weder bevroren
was. Het was, maar op kleiner schaal, hetzelfde verschijnsel als bij
de laatste tweehonderd-vijftien el van den top der Pointe des Ecrins;
met dit belangrijke verschil echter, dat de bergwand van de Ecrins
eene helling heeft van meer dan vijftig graden, terwijl de helling van
den Matterhorn ter nauwernood veertig graden bedraagt. De beklimming
was niet bijzonder gevaarlijk voor een ervaren bergreiziger. De heer
Hudson had niemands hulp noodig, zoo als hij trouwens op de geheele
reis geene ondersteuning behoefde. Meermalen reikte Croz mij de hand,
om mij op moeilijke plaatsen te helpen; mij
|