epubliek
af te schudden, waren mislukt, sloeg hij eene schikking voor: Zara zou
in de macht van Venetie blijven, maar de republiek zou de stad bezitten
als een leen van de hongaarsche kroon en daarvoor eene jaarlijksche
schatting betalen. De Senaat weigerde: de Koning sloeg het beleg
voor Trau, Spalato en Zara, dat zijne zijde koos. De venetiaansche
vlootvoogd Marc Justiniani tastte de stad van de zeezijde aan,
en vermeesterde haar, ondanks dapperen tegenstand; Faliero werd tot
gouverneur benoemd, en moest nu de stad verdedigen tegen de Hongaren,
die haar van de landzijde bedreigden. Het beleg duurde zes maanden,
en kostte aan de republiek ontzaggelijke sommen en veel verlies van
menschenlevens. Eindelijk viel de stad, door verraad, in de handen
der Hongaren.
Daar Venetie destijds ook op het italiaansche vasteland in een
geduchten oorlog met dezen zelfden Koning van Hongarije was
gewikkeld, en al haar krijgsmacht noodig had, moest zij van van
verdere pogingen tot herovering van Zara afzien. Faliero werd naar
Venetie ontboden, verscheen voor den Senaat, en werd gestraft met
eene geldboete, een jaar gevangenis en levenslange uitsluiting uit
alle regeeringsambten. Daarentegen ontving de militaire bevelhebber
van Onone, die zich hardnekkig verdedigd had, en aan wien de republiek
had gelast zich over te geven, eene openlijke hulde. De veldtocht viel
ongelukkig voor Venetie uit; de Koning van Hongarije was overwinnaar,
en eischte dat de republiek afstand zou doen van geheel Dalmatie
en alle steden en eilanden, van Fiume en Pola tot Durazzo, dat wil
zeggen de gansche kust der Adriatische zee. Het traktaat werd den
18den Februari 1358 geteekend. De Doge verloor de titels van hertog
van Dalmatie en hertog van Kroatie; de Venetianen mochten in de
beide landen zelfs geen eigendom meer bezitten; de republiek mocht
zich in de havens niet meer door consuls laten vertegenwoordigen,
en moest, in gdeal van een oorlog ter zee, den Koning van Hongarije
met vier-en-twintig galeien bijstaan.
Dit vernederende, door den nood afgedwongen traktaat bleef slechts
vijftig jaar in stand. In 1409, toen Ladislas en Sigismond elkander
de kroon van Hongarije betwistten, knoopte de Senaat onderhandelingen
met Ladislas aan, en kocht van hem Zara terug. De stad bleef sedert,
tot aan den vrede van Campo-Formio (1797), in het bezit van Venetie,
dat haar tot een der bolwerken maakte van haar kolonien in Dalmatie,
ter afwering van de zoo lang geduchte tu
|