FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   372   373   374   375   376   377   378   379   380   381   382   383   384   385   386   387   388   389   390   391   392   393   394   395   396  
397   398   399   400   401   402   403   404   405   406   407   408   409   410   411   412   413   414   415   416   417   418   419   420   421   >>   >|  
opzichte getoond," zeide ik. Hij zag dit als een compliment aan en lachte witjes--"O verblinding der vleierij!" dacht ik bij mijzelven. "Maar," vervolgde hij: "ik heb tot mijn leedwezen gehoord, dat de Heer Lodewijk bij ons aan huis zoo leelijk is te pas gekomen!" "Dat is hij," antwoordde ik: "maar het zal beter zijn, dat onderwerp maar niet aan te roeren." "UEd. heeft gelijk," zeide hij: "ja, het is wat onbegrijpelijk: er gebeuren buitendien meer rare dingen bij ons aan huis. Wie had het ooit kunnen denken? Die Heer Van Beveren...." "Welnu?" vroeg ik, nieuwsgierig om te vernemen, wat er nu weer gebeurd was. "Wel," vervolgde hij: "om met Vader Vondel te spreken: Hy trock al heimlijck af en zonder eenigh teecken Van wapen of trompet."-- "Hij trok weg!" riep ik: "Goddank!" "Met de noorderzon verhuisd," hernam hij, eenigszins verwonderd over den uitroep van blijdschap. "En zijn dochter?" "Neen die is er nog," antwoordde hij: "maar zij zal niet lang meer blijven: althans Heynsz wil haar niet in huis houden." "Niet? En wat is er dan voorgevallen?" vroeg ik, eenigszins minder in mijn schik met dit tweede bericht. "Dat zal ik UEd. verhalen. Ik was gisteravond bij mijn buurjuffer op een kommetje koffie genoodigd; want UEd. moet weten, zij verzoekt mij nog wel eens 's avonds ... en ik heb er altijd vrij entree ... een eer, die aan alle Heeren niet gegund wordt. He! he! he!" "Ja!" zeide ik: "ik begrijp, dat zij zwak voor u heeft." "Nu! dat is tot daar aan toe," hernam hij: "maar het is in allegevalle niet in haar te misprijzen, dat zij niet te ijdel is om met een oud man, als ik ben, wat te keuvelen en zij vindt er smaak in, als ik haar nu en dan eens een versje voorlees." Ik was eenigszins verwonderd over dezen smaak van Amelia: maar bij verder nadenken begreep ik, dat zij, in de afwezigheid haars vaders, na het voorgevallene liever niet alleen was, en dat het gezelschap van Helding, al was het niet onder de belangrijkste te stellen, haar toch altijd eenige gerustheid moest inboezemen. "En was haar vader niet te huis?" vroeg ik. "Dat is het mooie," antwoordde hij, glimlachende: "ik zat moerziel alleen met haar, in _viezevie_, zooals de Franschen zeggen, en ik had een pijp opgestoken:--ik zou haar juist mijn gedichtje op het Kuiltje gaan voorlezen, dat aan de Messieurs zoo beviel, weet UEd.?" "Ik weet al?--En toen?" "Daar kwam net haar Papa thuis. "Wel Papa!" vroeg zij zoo:
PREV.   NEXT  
|<   372   373   374   375   376   377   378   379   380   381   382   383   384   385   386   387   388   389   390   391   392   393   394   395   396  
397   398   399   400   401   402   403   404   405   406   407   408   409   410   411   412   413   414   415   416   417   418   419   420   421   >>   >|  



Top keywords:

antwoordde

 

eenigszins

 

hernam

 
verwonderd
 

alleen

 

altijd

 

vervolgde

 

keuvelen

 

allegevalle

 
verzoekt

misprijzen

 
begrijp
 
versje
 

gegund

 
entree
 

Heeren

 

avonds

 

voorgevallene

 
zeggen
 
opgestoken

Franschen

 
zooals
 

glimlachende

 

moerziel

 
viezevie
 

gedichtje

 

beviel

 
Kuiltje
 

voorlezen

 

Messieurs


vaders

 

afwezigheid

 

begreep

 

Amelia

 

verder

 

nadenken

 

liever

 

gezelschap

 

eenige

 

gerustheid


inboezemen

 

stellen

 
Helding
 

belangrijkste

 

voorlees

 

houden

 

kunnen

 
denken
 

dingen

 

onbegrijpelijk