FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   382   383   384   385   386   387   388   389   390   391   392   393   394   395   396   397   398   399   400   401   402   403   404   405   406  
407   408   409   410   411   412   413   414   415   416   417   418   419   420   421   422   423   424   425   426   427   428   429   430   431   >>   >|  
ar optrekken: 't is toch hard, dat ik mijn cavalier zoo spoedig weder verliezen moet: men heeft al moeite genoeg om hem te krijgen." "Neen! dat is juist de bedoeling niet," zeide Tante: "maar van avond of morgen, als 't u belieft."--En zij zette daarbij zulk een statig gezicht tegen mij, dat ik alweder ook van dien kant een donderbui voorzag.--Ik was echter gedwongen mijn nieuwsgierigheid op te schorten, en wij zaten, na eenig onderhoud over verschillende zaken, te luisteren naar het verslag dat Tante ons gaf van een dierbare predikatie, welke zij in de weekbeurt een paar dagen te voren gehoord had, toen wij een koets hoorden stilhouden. Er werd aan de huisdeur gescheld: er kwam iemand de trappen op: de deur ging open:--en Henriette Blaek stond voor onze oogen. Zij was bevallig gelijk altijd: maar zag toch eenigszins betrokken van uitzicht, en bleef, toen zij ons bemerkte, onthutst en verlegen aan de deur staan. "Kom binnen, Jetje-lief!" zeide Tante Letje: "daar doet gij wel aan, kind! van mij eens te komen opzoeken." "Uw dienaresse, Juffrouw Huyck!" zeide Henriette, terwijl zij nader trad met het voorkomen van iemand, die een kloekhartig besluit neemt: "verschoon mijn vrijpostigheid: de meid zeide, ik zou maar boven gaan: ik wist niet, dat UEd. bezoek had. Ik kwam u het boek terugbrengen, dat UEd. mij geleend heeft. Goeden morgen, lieve Santje! hoe gaat het u?" En zij drukte met minzaamheid de hand van Suzanna. Wat mij betrof, ik bekwam geen enkel woord: een nijging, zoo stijf en afgepast alsof zij een onbekende gold, was alles, waarmede zij te kennen gaf, mijne tegenwoordigheid te hebben opgemerkt: en hoewel een lichte blos haar wangen kleurde, haar oogen teekenden koele onverschilligheid en geen trek in haar gelaat veranderde. Suzanna en ik keken elkander aan: wij wisten niet, waaraan die stijfheid toe te schrijven. Ik ging een stoel voor haar krijgen; maar zij hield zich, of zij zulks niet opmerkte en nam plaats op een anderen, die nevens haar stond. "En hebt gij er smaak in gevonden?" vroeg Tante, het boek aannemende: "heeft u de lezing nogal gesticht?"--Het waren predikatien, ik weet niet meer van wien. "O ja! mijn waarde Juffrouw!" antwoordde zij: "het is een uitnemend schoon werk: en mijn oom heeft de goedheid gehad er een exemplaar van voor mij te koopen." "Zoo! dat is goed. En hoe maakt het uw Heer oom?--Wel?--Dat verblijdt mij hartelijk. En hoe maakt gij het zelve, lieve Jetje? Mij dunkt, niet
PREV.   NEXT  
|<   382   383   384   385   386   387   388   389   390   391   392   393   394   395   396   397   398   399   400   401   402   403   404   405   406  
407   408   409   410   411   412   413   414   415   416   417   418   419   420   421   422   423   424   425   426   427   428   429   430   431   >>   >|  



Top keywords:

Henriette

 

morgen

 

Juffrouw

 
krijgen
 

iemand

 

Suzanna

 

hebben

 

opgemerkt

 

hoewel

 
kleurde

wangen

 
lichte
 
teekenden
 

bezoek

 
betrof
 

bekwam

 

terugbrengen

 

geleend

 
Goeden
 
Santje

drukte

 
minzaamheid
 

waarmede

 

kennen

 
onbekende
 

nijging

 

afgepast

 
tegenwoordigheid
 

antwoordde

 

waarde


uitnemend

 

schoon

 

goedheid

 

predikatien

 

exemplaar

 

hartelijk

 

verblijdt

 

koopen

 

gesticht

 

stijfheid


waaraan

 

schrijven

 
wisten
 

elkander

 

onverschilligheid

 

gelaat

 

veranderde

 
gevonden
 

aannemende

 

lezing