FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41  
42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   >>   >|  
half-en-half bij den herbergier beneden. "Hij houdt veel van duiven, en hij doet mee aan prijskampen. Ik heb hem dees gedeelte van mijne kamer afgestaan en, zie maar, hij heeft er een groot duivenkot opgetimmerd dat met een witten kijker uitzicht geeft op het dak. Wat kan het mij schelen? Ik doe dien mensch pleizier. 's Morgens, al heel vroeg, terwijl ik nog te bed lig, komt hij de duiven eten brengen. Ik laat mijn deur maar open en hij kan gemakkelijk binnen. Hij kruipt op een stoel, ontgrendelt het kot en spreekt zachtaardig de zoete beesten aan. Gaarne hoor ik de maiskorrels dansen op de houten berden en de duiven aroetekoeen van genot. Daarna kan ik somwijlen weer wat inslapen. Alleen de reuk hindert me.... Ja, inderdaad, mijn waarde vriend, dat is hinderlijk. Het komt bij wijlen met vieze walmen omlaag. Kijk! dan zet ik het venster open en loop een uurtje langs de dokken, en 'k zie nog het snoezig lachje van Julia in het deurgat, gelijk een vol gestreel van de zomerzon. Haar man heet Firmien. Ik ben nu aan een doek bezig dat ik voor hem bestem: het verbeeldt, in een krans van voorjaarsbloemen, het liefdegedoe van twee aschblauwe rasduiven. Ik moet zijne twee bestvliegers uitschilderen, zegt hij. Dat zal ik doen. Hij wil het schilderij laten in een kostelijken lijst ophangen boven zijn bed, en daar past het waarlijk voor. En zoo, Anatole jongen, komt de trage vriendschap de onstuimigheid van tijdelijk misbaar vereffenen, zoo loopt, al spelend, het zangerige beekwater de ruige keien glad. Des Zaterdaags ga ik met Firmien in de Halve Maan een paar uren kaarten. Ik ben hem dankbaar. Hij doet het voor mij, zegt hij, want hij zelf heeft altijd het noodige geld niet op zak om de verloren pinten te betalen. Men tapt in de Halve Maan een uitmuntend bier. Vooral de geuze is lekker, maar ge moet hem aan de ton bestellen en hem stille drinken. Hij perelt gelijk een julimorgen en hij vloeit zooals het licht van de maan, wanneer het, bij diep-blauwen najaarsnacht, lui en weelderig uit de violetten hemelvaten neerspoelt,--lui, en weelderig, en geluideloos." * * * * * Johan Doxa zou het nooit over zijn hart krijgen om kinderen onzacht te behandelen. Hij leefde in groote kameraadschap met de negen kinderen van mevrouw Sikkel. Mevrouw Sikkel zond hem de lieve bende--met uitzondering van de drie oudsten die school gingen--telkens als ze buiten huis op boodschap moest uitloopen. Dit had ze ook nu,
PREV.   NEXT  
|<   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41  
42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   >>   >|  



Top keywords:

duiven

 

Sikkel

 

Firmien

 

kinderen

 

weelderig

 

gelijk

 

dankbaar

 

altijd

 

kaarten

 

ophangen


noodige

 

pinten

 

betalen

 

verloren

 

onstuimigheid

 

kostelijken

 

misbaar

 

Anatole

 
jongen
 

uitmuntend


beekwater

 
vereffenen
 

zangerige

 

waarlijk

 

vriendschap

 

Zaterdaags

 

tijdelijk

 

spelend

 

najaarsnacht

 
Mevrouw

mevrouw
 

uitzondering

 

kameraadschap

 

onzacht

 
krijgen
 
behandelen
 
leefde
 

groote

 
oudsten
 

boodschap


uitloopen

 

buiten

 

school

 

gingen

 

telkens

 

perelt

 

drinken

 

julimorgen

 

vloeit

 

zooals