FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   >>  
et, zonder te weten dat ik 't zag.... Die hand, met het zwarte ding, hief de goede dikkerd tot onder zijne kin. En hij opende vredig zijn mond, wijd, wijd, tot het mij met verbazing sloeg. En toen, Herman, gebeurde het. Het schot brak los, hard en geweldig ... en de hand viel neder op de tafel, rilde daareven en omsloot, meen ik, het dampende tuig dichter.... "Ha, jongen 't was er een herrie! Iedereen, zelfs de slapende Lemonnier, stond recht. Die gemeene bazin gilde oneerbiedig. En hij, de sukkel, zat op de bank, had niet geroerd. Hij glimlachte precies. Maar, achter hem, was de muur met bloed bespat en iets leekte daar, een witte kwabbel, traag, van zwaarte...." Antoon zweeg. En ik herzag de leelijke taveerne, en hoe ik er binnenliep, en hoe ik den doode zitten zag, en hoe ik, met een neep in het hart en een kreet van heel mijn wezen, Johan Doxa herkende, den zachten doolaar. Ik heb zijne lauwe hand in de mijne genomen. Ik heb ze waarlijk gestreeld, alsof hij 't nog voelen kon. Ik heb hem op de bank nedergeleid. En ik heb zijne groote oogen toegedaan, die zoo verre keken, verder dan den muur, Antoon, verder dan den muur of den toog, mijn goede Antoon.... * * * * * De heete koffie had ons opgeknapt, maar we vertrokken beladen met iets als een groot pak. Niet haastig drilden we de Lage Stad af. We drumden langs de gevels der huizen en beletten niets van het aanzwellend dagbedrijf. We liepen verstrooid over de pletsende dweilen van gebogen dienstmeisjes, die zich oprechtten dan, gestoord in den kuisch, en ons wat toesnauwden van op de drempels. Ik was zeer bekommerd en luisterde nauwelijks naar het stil, afgebroken gepraat van Menschaert. Ik begon 't mij alreeds te beklagen dat ik deze laatste boodschap had aangenomen. Seffens verhief echter mijn geweten zijn rechte stem boven 't gehakkel van mijn angst en ik stapte vaster door, overtuigd, gelijk ik was, dat niemand het droeve nieuws met meer teedere en aandachtige zorgen zou brengen dan ik het, met mijn liefderijk medelijden, zou doen. We kwamen in de Zes-Penningenstraat, die reeds vol was met uchtendgeluiden. Magere honden liepen er snuffelend rond de vuilbakken. Een stoelenbiezer zette aan zijn uitgerokken roep, die wijd-jammerde onder de vensters. Een fruitwijf stiet haar rammelend karretje. Boven op een hoog huis vlekte een bleeke zon. Het donkere winkeltje was open, de grauw-groene luiken ontsloten, de gebroken drem
PREV.   NEXT  
|<   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   >>  



Top keywords:

Antoon

 

verder

 

liepen

 

afgebroken

 

geweten

 

Menschaert

 

gepraat

 

echter

 

laatste

 

boodschap


aangenomen

 

Seffens

 

alreeds

 

beklagen

 

verhief

 

kuisch

 

dagbedrijf

 

aanzwellend

 
verstrooid
 

pletsende


beletten

 
drumden
 

gevels

 

huizen

 

dweilen

 

gebogen

 

drempels

 

bekommerd

 

luisterde

 
toesnauwden

dienstmeisjes
 

oprechtten

 

gestoord

 

nauwelijks

 
fruitwijf
 
vensters
 
karretje
 

rammelend

 
jammerde
 

stoelenbiezer


vuilbakken

 

uitgerokken

 

groene

 

luiken

 

ontsloten

 

gebroken

 

winkeltje

 

vlekte

 

bleeke

 

donkere