FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61  
62   63   64   65   66   >>  
ng grijnzend lachte hij de waardin tegen die, gelijk een afschuwelijk gevaarte, naar hem toe stapte. --"Dat zijn dingen, hee?" stamelde hij onnoozel. En daar de waardin, zonder begrijpen maar met zachte gedienstigheid, medelachte bestelde hij eene flesch geuze-lambik, en vroeg bang: --"Wilt ge ook meedrinken, als 't u belieft?" Ze wilde wel. Ze kreeg een kokette blos, die haar goed stond, en ze dronken samen. De waardin bekeek haar eigen in den spiegel, die recht over den toog hing, en schikte vluggelings de krulhaartjes op hare slapen. Ze had dikke armen. --"Ik geloof," zei Johan vriendelijk, "dat die regen van den heelen dag niet meer ophoudt." --"'t Zou wel kunnen," zei de waardin, "de barometer zakt." --"Ja, 't is ook 't seizoen," hernam Johan. De waardin reikte hem den tooghanddoek over en meesmuilde: --"Ge zijt een beetje vuil over uw voorhoofd." --"Ikke?" Hij was zoo vuil als iemand zijn kan, die voortdurig met twee koolzwarte handen in zijn beregend aangezicht heeft gewreven. Uit schaamte vroeg hij een tweede flesch geus. En ze dronken. En ze praatten over kleine, ledige zaken. Johan Doxa vertrok bij noenstond. Toen hij te midden van de Groote Markt stond, vroeg hij zich af wat hij hier kwam doen. Hij keek wonderlijk op naar de gulden gildehuizen. Den top van den stadhuistoren zag hij niet, die onder de natte miezeling in eendere grijze kleur verging. Hij duwde zijn hoed tot tegen zijne ooren en stelde vast dat hij honger had. In de nauwe Peper-en-Zoutstraat trof hij eene bescheiden gelegenheid en hij at er substantieel genoeg, schoon zonder gulzigheid, gelijk het hem docht dat aan een zondaar in pelgrimstocht betaamt. --"Thans," mijmerde hij binst de koffie, "bezit ik nog twee en twintig en een halve cent, en ik weet waarlijk niet wat ik ermee zal doen." En, voor hij naar het Klooster der Miniemenstraat toog, dronk hij ermee een grooten druppel cognac, want zijn moederken had hij, ik weet niet hoe, geheel en al vergeten. * * * * * Hij vatte beslist de koperen schelknop. De luide bel weerklonk meer in het hart van Johan Doxa, dan in de wijdgalmende vestibule. De pater-poortier die eerst het spioenraampje had opengeschoven, opende nu ook de zware deur. Het Klooster gaapte in het aanschijn van Johan Doxa. --"Kan ik," vroeg hij met bleeke stem, "den eerwaarden pater Hilarius spreken? Ik zou gaarne eene retraite doen." De pater-poortier was, bui
PREV.   NEXT  
|<   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61  
62   63   64   65   66   >>  



Top keywords:

waardin

 

dronken

 

Klooster

 
poortier
 

flesch

 
zonder
 

gelijk

 

betaamt

 
gelegenheid
 
bescheiden

Zoutstraat

 

substantieel

 
pelgrimstocht
 
gulzigheid
 
spreken
 

Hilarius

 

zondaar

 

genoeg

 

schoon

 
miezeling

eendere

 
retraite
 

stadhuistoren

 

gildehuizen

 

grijze

 

stelde

 
mijmerde
 
honger
 

verging

 

gaarne


spioenraampje

 

geheel

 

opengeschoven

 

moederken

 

gulden

 

druppel

 

cognac

 
vergeten
 

schelknop

 

koperen


beslist
 

vestibule

 
wijdgalmende
 
grooten
 
bleeke
 

twintig

 

koffie

 
weerklonk
 
eerwaarden
 

waarlijk