FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   >>  
hij is te vadsig om een woord te zeggen,--hij zou mij bestelen, als hij maar kon, mijnheer, bestelen om in de herberg te zitten, hij wint geen gebenedijden stuiver en ik vraag mij af hoe hij het aan boord legt om 's nachts geregeld dronken thuis te komen,--d'r en is geen leven mee te houden, dat zeg ik u,--'k ben 't beu den luiaard in te mesten, en, met permissie gezegd, mijnheer, 'k zou willen divorceeren!" Zij begon in 't kort en in 't lang ons den toestand van haar huishouden voor oogen te leggen, en daarop overgoot d'Artois haar met zijne orakels. Hij onderzocht het pro en het contra, nam de gekste houdingen aan en waande zich aan de vermetelste verklaringen, brak het huwelijk om "te besluiten" en lijmde de stukken weer aaneen om met nieuwe pracht van woorden te kunnen herbeginnen.... Kortom hij spande daar de onmenschelijkste zaag. Slokke kreeg, naar hij mij vertrouwbaar toemummelde, een papmond. Lemonnier was op de beide vuisten in slaap gedonderd en Mijnheer Van Dranem, die over heel 't gedoe geen star meer herkende, was in de diepste mijmeringen verzonken.... "Ik, scheef-achterover tegen den bankrug geleund, keek strak den dikken bijlooper aan. Hij zat kalm en zoetjes te rooken, onveranderlijk. Daar d'Artois recht stond en voortdurig over de tafel waggelde al preekend, kon ik gemakkelijk onzen anoniemen vriend naloeren. Ik beken het u: ik deed het uit verveling, want ik was wezenlijk te vermoeid om in mij belangstelling voor 't zij eender wat te wekken. Ik belonkte hem strak, al rustend. Hij rookte, scheen oplettend naar d'Artois en de schenkmeid te luisteren, dampte zachtjes. Zijn bol aangezicht tuurde, over de hoofden, naar iets dat, docht mij, misschien op den muur, boven den toog, was aangeplakt. Al scherper blikte hij alzoo ... tot, almeteen, zijn pijp, die geen vuur meer hield, dood stak in zijn mond, die juist niet meer trekken wilde. "Hij bleef een lange poos zonder roeren. "Toen, zonder haast, vatte hij de pijp, wond ze in zijn rooden neusdoek, borg ze--gelijk hij ze voorzeker placht te bergen--voorzichtig in zijn binnenzak ... en ... toen, Herman ... ja, toen ... ik word er niet wijs uit jongen ... het is zeker dat ik zeer, zeer moe was. Het gebeurde als in een droom, waarbij ik machteloos moest blijven ... begrijpt ge? "De arme dompelaar, nadat hij de pijp geborgen had, trok langzaam zijne hand weer uit den zak. Die hand--wat vatte ze zoo struisch daar? Ik zweer u, Herman; ik zag het, ik zag h
PREV.   NEXT  
|<   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   >>  



Top keywords:

Artois

 

mijnheer

 

Herman

 

bestelen

 

zonder

 

aangeplakt

 

hoofden

 

scherper

 

vadsig

 

blikte


almeteen

 

tuurde

 

misschien

 

dampte

 

wezenlijk

 

vermoeid

 

belangstelling

 

verveling

 
anoniemen
 

vriend


naloeren

 
eender
 

wekken

 

luisteren

 

schenkmeid

 

zachtjes

 

oplettend

 

scheen

 

belonkte

 
rustend

rookte
 

aangezicht

 

machteloos

 

blijven

 
begrijpt
 
waarbij
 
jongen
 

gebeurde

 
struisch
 

langzaam


dompelaar

 

geborgen

 

gemakkelijk

 

roeren

 

trekken

 

voorzichtig

 

bergen

 

binnenzak

 

placht

 

voorzeker