t eenige muilperen uit te deelen. Johan bewonderde hem
uitermate. Hij betaalde maar. Hij was gelukkig als een Koning. Het bloed
klopte hem weldadig op de slapen. Zijne kinderlijke lippen stonden in
den vorm van een glimlachend toeterken, alsof er zoo juist een melkzoete
flep was uitgevallen. Zijne meisjes hingen aan zijne mouw en soms moest
hij een kusje krijgen of een kittelig kneepje in de leen. De wereld
ruischte alom op hooghemelsche maat:
/*
En een dikke pens
En een snee van 't verken....
*/
De harmonica-speler was een bult. Hij dronk gelijk een Zwitser. Daar was
een oud ventje met rooden neus. Die kwam gedurig tegen Johan's buik
niezen. Hij dronk gelijk de bult. Allemaal dronken. Johan Doxa betaalde
maar....
--"Vooruit naar De Dikke Luis!" riep de piston.
Weer 't zalige gedrang van lijven. Johan werd als opgenomen in de
stuwing en meende te zweven en stapte plots met zijn stoet en zijne
muziek op straat.
--"Waar gaan we naartoe?" vroeg hij onnoozel aan het meisje links.
--"Naar De Dikke Luis!"
Het docht hem dat hij het zevende paradijs te gemoet ging. De heele boel
was een wonder. Hij zong slapjes:
/*
En een dikke pens....
*/
Er schoot hem iets te binnen en hij vertraagde zijn stap. Naar het lieve
meisje links boog hij zich en dan voelde hij hoe zwaar zijn hoofd was
geworden.
--"Ik heb nog twintig frank" fluisterde hij haar in het oor.
--"Hoeveel?"
Hij taste in zijn broekzak en bracht zijne hand voor haar ten
voorschijn. Een met koper benagelde kletsdop lag daarin, en een
bankbriefje.
--"Twintig," zei het meisje, "kom; 'k zal ik verder betalen--ge zijt
zat."
Wat een heerlijk leven was het in "De Dikke Luis", een gloeiende roze
leven binnen een zachtblauwe tabakwolk! Het drieledig orkest speelde er
de Brabaconne. Het glanzende bier ging rond van hand tot hand. De breede
baas stond te midden van kannen en glazen te tappen.
--"Wat zoudt ge er van pein-einzen," vroeg de bult aan Johan tusschen
twee hiksnokken.
Johan Doxa lachte simpel. Zijne tong, docht hem, lag vast in een soort
van elastieke meelpap. Hij peinsde niets. Weer riep de piston:
--"Nu naar den Heeten Ketel!"
De troep pakte zich saam, rumoerde op naar de deur. De harmonica begon
te blazen en de triangel, week-bellend, sloeg.
--"Halt!" schreeuwde de baas, "wie moet dat allemaal betalen."
Johan Doxa keek lui om. Hij schudde zijn hoofd onder het schrikkelijke
hoofd van den baas. Hij had willen ui
|