FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58  
59   60   61   62   63   64   65   66   >>  
aard naar het sleutelgat zoekt. Hij vond in zijn geheugen een half-uitgevaagden zin van Lazare's brief en pruttelde: --"... maar, moeder, Jesus is een zee van genade, waarin ... waarin ik zou kunnen verzuipen ... als ik niet oppas." --"Ja, Jesus is zoo goed als men maar denken kan." --"Zoo zegt ge. En nu moet ik in de Miniemenstraat, bij de Capucienen eene retraite doen. Dat duurt nog al lang. Ik weet niet hoelang dat het eigenlijk duurt." --"Lang?... En wat is dat dan, eene retraite?" --"Eene retraite?... Weet gij niet wat eene retraite is, moeder?" Hij vond het heerlijk dat moeder Doxa zoo luchtig de boodschap aanvaardde en omdat zij, de goede ziel, zelfs niet wist wat eene retraite was, lachte hij stille hare lieve onwetendheid tegen. Maar hij wist ook niet wat eene retraite was. --"Kom, kom, moedertje," deed hij, "bekommer u niet om mij. De paters zullen mij niet opeten. Ik moet een beetje boeten, een beetje te communie gaan en mis hooren, en dergelijke meer. Ik kom zoo frisch als een botvink terug." Hij betastte zijn wegend buikje en zag de kleine vleeschkuiltjes van zijne handen rozig aanglimmen onder de heete kaak van den kachelpot. Inderdaad geloofde hij zelf niet wat hij daar vertelde. In zijne meening moest de retraite iets schrikkelijks zijn, vermits Lieven Lazare ze hem als eene straf opgelegd had. Hij had er den heelen middag met angst over nagedacht: het klooster zou hem eene donkere gevangenis zijn en de Franciscanen akelige cipiers. Hij moest er voorzeker op roggebrood en lauw water leven. Er was daar geen lucht. 's Nachts hoorde men er vreeslijke geraamten rammelen, en 's morgens moest men naakt in zijn celletje staan en er zichzelf met knoestige riemen afranselen. Hij betastte zijn buikje als om het voor eeuwig vaarwel te zeggen, met een zucht.... --"En wanneer vertrekt ge?" vroeg moeder Doxa. --"Morgen vroeg." --"Ha!... morgen vroeg." Beide verzonken in gepeinzen. De moor zong nu ook, die op de stoofbuis stond. * * * * * Na een nacht vol ijselijke droomen, rees Johan Doxa uit zijn bed. Het was een grijze dag. Achter het kleine vensterken nevelde een miezelregen. Terwijl Johan zich aankleedde en precies op het oogenblik dat hij zijn hoofd voor de eerste maal in de waschkom gestoken had, begon waarlijk zijn druppende neus in de lucht om te snuffelen. Er ging ongetwijfeld door de kamer een smakelijke geur van spek en eierkoek. --"Dat is r
PREV.   NEXT  
|<   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58  
59   60   61   62   63   64   65   66   >>  



Top keywords:

retraite

 

moeder

 

betastte

 
beetje
 

buikje

 
kleine
 

Lazare

 

waarin

 
knoestige
 
riemen

zichzelf

 

morgen

 
afranselen
 
celletje
 
sleutelgat
 

wanneer

 

Morgen

 

vertrekt

 

eeuwig

 
vaarwel

zeggen

 
vreeslijke
 

Franciscanen

 

akelige

 

cipiers

 

voorzeker

 
gevangenis
 
donkere
 

nagedacht

 

klooster


geheugen

 

roggebrood

 

Nachts

 

hoorde

 

geraamten

 

rammelen

 

morgens

 
waschkom
 

gestoken

 

waarlijk


eerste
 

aankleedde

 
precies
 
oogenblik
 
druppende
 

eierkoek

 

smakelijke

 
snuffelen
 
ongetwijfeld
 

Terwijl