FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   >>  
insgelijks, om goede manieren te toonen, dronk maar.... Kortom, hij was de hoofsche goedkeuring zelve. "Zeg eens, Herman, hebt ge al niet opgemerkt dat, als ge zoo op randool zijt, er altijd iemand medefeest, zwijgend en ingetogen. Het is een stille bijlooper. Hij laat nooit zijn glas ledig staan. Hij spreekt nooit iemand tegen. Hij betaalt nooit wat. Hij is nooit hinderlijk. Laat iemand zijn pijp, zijn regenscherm, zijn zakdoek vallen, hij is 't, die hem opraapt. Hij is bij iedereen en bij geen van allen. Hij is een verdraagzaam toezicht en zal het opmerken, als de baas, vertrouwend op de dronkenschap der kompanie, iemand wat ongangbare munt wil in de hand stoppen. Hij is 't ook, Herman, die de aandringende bloemenverkoopster met een blozend lachje toefluisterd: "Ga maar uw gang, vrouwtje, die kerels zijn zat en koopen niet!" En, luister wel, niemand kent hem. Hij is de schaduw van ons allen, en wij eischen niets van hem. Hij lijkt op iets dat ons natuurlijk en onverweerbaar toebehoort.... "Alzoo was die man. In de _American Bar_ ontstond er ruzie met een paar roekelooze studenten. Ik zag goed hoe hij onderwijl vredig zijne pijp stopte en ze in volle herrie kalmpjes aanstak. Ik zag het, omdat de pijp zelf mij trof--een wondere pijp, geheel met kleur-ornamenten beladen, zoo miniatuur-fijn als nog nimmer mij verfversiersels onder de oogen kwamen. Onderaan den breeden pijpbuik kon ik, na eenige aarzeling het woord "Julia" lezen. Het verbaasde mij zeer. Brandde in dat zeldzame dikzaklijf waarlijk de vereering voor eene geliefde vrouw? Zoo zeer nam mij dit denkbeeld in beslag, dat ik dadelijk den zachten vetpot over zijne identiteit wilde aanspreken. Ik geloof dat de toenemende twist mij in dit voornemen storen kwam, want tot eene bepaalde opheldering kwam het niet. Eene verdere gelegenheid werd mij niet meer aangeboden en de kerel bleef stillekens, rookend en drinkend, bij ons.... "Aldus voortzakkend geraakten wij in groepje op het Statieplein. Wij hadden na de sluiting van de _American_ nergens een herbergzaam huis gevonden en waren, eerst druk-pratend, dan moe-zwijgend, de Henegouwlaan opgekomen. Slokke beweerde dat het Statieplein ons op een voornaam fleschje geus of iets dergelijks kans kon bieden. Wij volgden Slokke gedwee. De nacht was koud, miezelig, doordringend-vochtig. Wij slenterden door, stil voorover gebukt, bijna zonder moed. Slokke zong luidop een lied, waarvan ik me niets meer herinner, en d'Artois, ach
PREV.   NEXT  
|<   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   >>  



Top keywords:

iemand

 

Slokke

 

American

 

Statieplein

 

Herman

 

zwijgend

 

aanspreken

 

gelegenheid

 

verdere

 

voornemen


storen

 

identiteit

 

geloof

 

bepaalde

 

toenemende

 

opheldering

 

verbaasde

 

Brandde

 
zeldzame
 

aarzeling


Onderaan

 
breeden
 

pijpbuik

 

eenige

 

dikzaklijf

 

waarlijk

 

beslag

 

denkbeeld

 

dadelijk

 
zachten

vetpot
 

vereering

 

geliefde

 

herbergzaam

 
doordringend
 
miezelig
 
vochtig
 

slenterden

 
bieden
 

volgden


gedwee

 

voorover

 

gebukt

 

herinner

 

Artois

 

waarvan

 

zonder

 

luidop

 

dergelijks

 

groepje