FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85  
86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   >>   >|  
ddaden, die zij wilde plegen. "Slaat dood! Slaat dood den menschenpijniger!" was alles wat men hoorde. Steenen vlogen om het hoofd van Geeraart; doch niet menigvuldig, want steenen waren er weinig op het Galgeveld te vinden. De verstomde jongeling kwam vooraan op het schavot, kruiste de armen over elkaar, en, zich voorstellende als eenen martelaar, die wil sterven, riep hij met krachtige stem: "Daar, werp mij dood, bloeddorstig volk!" Dit bracht de woede ten top; vrouwen, kinderen en goede burgers vluchtten langs alle kanten van het Galgeveld, en er bleef niets meer op dan het schuim der stad, het kwaadwillig en razend grauw, dat met ongemeen geweld naar het schavot toedrong en den beul er wilde afhalen, ondanks den tegenstand der gerechtsdienaars. Het was een geschreeuw en een gewoel, dat men hoorde, noch zag; eene zee, welke hare schuimende baren ten hemel opwerpt, geeft geen zoo volmaakt denkbeeld van verwarring en woede. Rondom den beul op het schavot waren al de gerechtsdienaren vergaderd, met inzicht om hem te beschermen; maar nog meer om den veroordeelde vast te houden, die nu met geweld poogde uit de handen te geraken. Op dit oogenblik klom een geheime persoon zeer langzaam op het schavot, en, bij den beul gekomen zijnde, suisde hij hem de volgende woorden in het oor: "Geeraart, Lina bezweert u bij uwe liefde voor haar, dat gij haar nog eens komt spreken; zij staat daar beneden;--volg mij!" En dan sprong hij zelf langs de rechterzijde onder het volk, om Geeraart de plaats aan te duiden. De jonge beul gehoorzaamde aan eene liefdegedachte en besloot zijne goede minnares ten minste een laatst vaarwel te zeggen, eer hij nu sterven ging; hij liep van het schavot tot bij Lina, die daar dicht nevens stond te weenen. Frans, de geheime persoon, die hem geroepen had, smeet hem zijnen mantel op de schouders en zette hem zijnen hoed op het hoofd; dan den arm van Lina aan dien van haren minnaar voegende, sprak hij zachtjes tot haar: "Ga stil en onverschillig door het volk tot in het boschken, achter de tweede mik!" Ziende, dat Lina zijn bevel uitvoerde en dat Geeraart sprakeloos zich liet leiden, alsof hij van gevoel ware beroofd geweest, liep hij langs den tegenovergestelden kant van het schavot en begon daar zulk een geschreeuw en gerucht te maken, dat de menigte, geloovende dat hij den beul onder handen had, onstuimiglijk naar die zijde kwam gedrongen, en den weg vrij liet voor Lina en Geeraart. Met ee
PREV.   NEXT  
|<   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85  
86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   >>   >|  



Top keywords:

schavot

 

Geeraart

 

geschreeuw

 
sterven
 
zijnen
 

geweld

 

persoon

 

geheime

 
Galgeveld
 

hoorde


handen
 

sprong

 

spreken

 

bezweert

 

beneden

 

zeggen

 

rechterzijde

 

gehoorzaamde

 
liefdegedachte
 

duiden


besloot

 

nevens

 

laatst

 

vaarwel

 

minste

 

liefde

 

minnares

 

plaats

 

minnaar

 

beroofd


geweest

 

tegenovergestelden

 
gevoel
 

uitvoerde

 

sprakeloos

 

leiden

 

gedrongen

 
onstuimiglijk
 
gerucht
 

menigte


geloovende

 
Ziende
 

schouders

 

mantel

 
weenen
 
geroepen
 

woorden

 

voegende

 

boschken

 

achter