FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84  
85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   >>   >|  
itkomen meer aan was. Misschien vestigde hij eenige hoop van verlossing op de aanstaande duisternis, die langs hoe meer aangroeide: reeds konden die, welke wat verre achteruit stonden, het schavot zelf niet wel meer zien. Het volk, vreezende, dat de donkerheid de schoone vertooning aan zijne oogen zou onttrekken, begon overluid om de uitvoering van het vonnis te roepen. Dan bracht men den veroordeelde met geweld op het schavot, en men deed hem vooraan op de knieen zitten; de knecht van den scherprechter ontblootte den hals van het slachtoffer en toonde dien met eenen beteekenenden blik aan Geeraart, alsof hij zeggen wilde:--Meester, daar moet gij slaan! Op het gezicht van het bloote vleesch, waarin hij hakken moest, schoot Geeraart op uit zijne gevoelloosheid; zijne beenen begonnen te trillen, dat het schavot er van beefde, en het zwaard viel hem uit de vuist; echter werd dit voor alsdan niet bemerkt, aangezien het teeken tot de uitvoering van het vonnis nog niet gegeven was. De knecht raapte het moordstaal op en gaf het terug aan zijnen meester, die het stuiptrekkend in de vuist wrong. De Roode-Roede of bediende van het halsgerecht gaf het teeken, doch Geeraart hoorde zijne stem, noch zag de roede nedergaan. Dan riep de knecht, terwijl er reeds een kwaadvoorspellend gemor onder het volk liep: "Gauw! Meester, gauw!" Al den moed, al de krachten, welke hem nog overbleven, vereenigende, hief Geeraart het zwaard boven den hals van den veroordeelde, met een waar voornemen om wreedelijk toe te slaan. Hij wist niet, de ongelukkige, waar hij zich bevond, wat hij deed, of wat hij dacht; gansch verloren van schaamte en schrik, was hij in razernij ontstoken en ging eenen slag geven zoo zwaar, als er ooit een op het schavot gegeven werd; maar op dit oogenblik draaide de veroordeelde het hoofd om, en, het dreigende zwaard ziende, liet hij eenen jammerlijken schreeuw. Dan verloor Geeraart in eens al zijnen bijeengeraapten moed, en hij liet het zwaard op het lichaam van Herman vallen, doch zonder kracht en zelfs zonder hem te wonden. De misdadige, die bij het voelen van den slag eene ijskoude over zijn gansch zenuwgestel had gevoeld, en gedacht had dood te zijn, sprong plotseling recht, en zijne armen tot het volk reikende, riep hij om hulp, schreeuwende, dat men hem moedwillig martelde. Er hoefde niets meer om de razernij der menigte te ontsteken; het medelijden gaf in zulk oogenblik eene verf van edelmoed aan de gewel
PREV.   NEXT  
|<   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84  
85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   >>   >|  



Top keywords:
Geeraart
 

zwaard

 

schavot

 

knecht

 

veroordeelde

 
zonder
 
Meester
 

teeken

 
razernij
 

zijnen


gansch

 

oogenblik

 
gegeven
 

vonnis

 
uitvoering
 

aanstaande

 
duisternis
 
ontstoken
 

schreeuw

 

dreigende


ziende

 

draaide

 

schrik

 

verlossing

 

jammerlijken

 

voornemen

 

wreedelijk

 

krachten

 

overbleven

 

vereenigende


verloor

 
verloren
 

bevond

 

ongelukkige

 

schaamte

 
bijeengeraapten
 

schreeuwende

 
moedwillig
 

martelde

 
reikende

plotseling
 

hoefde

 
edelmoed
 
medelijden
 

menigte

 

ontsteken

 
sprong
 

kracht

 
wonden
 

misdadige