FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105  
106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   >>  
emt Victor in hare armen_.--Och God! och Heer! Mijn arm kind is dood.--Ziet eens wat snee. (_Zij beziet den verbaasden meester met woede_.) Meester Verdonck, ik weet niet, hoe gij niet beschaamd zijt om dit kind een mes in zijne hand te geven. Daar moet gij toch bot voor zijn.--Dis is uwe schuld.... DE MEESTER, _met spijt_.--Hij kon toch geene pen vermaken zonder mes, madam. VR. VAN LAER.--Zonder mes! Zonder mes! Gij zijt nog veel dommer dan al die onbeleefde luieriken, die gij daar hebt zitten ... met uwen rug en uwen buik! Maar ik zal er wel op passen, mijn kind te laten bederven in zoo een nest. Hij zal naar eene andere school gaan. (_Zij heeft al sprekende haren zoon een doeksken om den vinger gewonden_.) Kom aan, Victor.--Kom naar huis, mijn kind. DE MEESTER.--Maar, madam, gelief.... (_Vr. Van Laer vertrekt. Victor bij de deur zijnde, keert zich nog eens om en steekt zijne tong spottend tot de meester uit_.) DE MEESTER, _pijnlijk en met diepe droefheid tot den leerlingen_.--_Eh bien_, serpenten dat gij daar zijt! Schorpioenen! _Tretert_[41] mij dood ... toe, spaart mij niet.... Drie bloedspuwingen en eene tering op de long ... dat is nog niet genoeg, niet waar?--Geeft mij nu nog eene geraaktheid,--maakt mij lam aan armen en beenen! Dan zult gij blij zijn, eh, hartvreters? Dan zult gij lachen, eh, monsters? (_Hij bedaart een weinig en zegt met neerslachtigheid_:) Hoe kunt gij toch zooveel verdriet toebrengen aan dengene, die zijn leven als een slaaf doorbrengt, om u te onderwijzen en u eens waardige en nuttige leden der samenleving te maken?--Hebt gij geen medelijden met uwen armen meester, die zich ziek schreeuwt om u te leeren.... EDWARD, _schreeuwende_.--Meester! meester! Piet heeft een' vlieg met een strooiken aan heur gat! DE MEESTER, _stampvoetend en met wanhoop_.--Ja, ja, ik weet het wel, gij lacht met mijn verdriet ... gij zijt zoo ongevoelig als de steenen van de straat ... ondankbaar, lomp, lui, dom,--een hoop ezels,--zoo bot als visschen. Nagels van mijne doodkist!... (_hij hoest twee of driemalen met pijn_.) Ja, nagels van mijne doodkist;--want ik gevoel wel, dat gij mij onder den grond zult krijgen, moordenaars! (_Hij haalt zijn uurwerk uit den zak. Het wijst tien uren en een half; doch om zijn geweten te voldoen, zet hij het op elf uren_!) Het is elf uren.--De school is uit! (_De leerlingen springen over banken en tafels met ongemeen gedruis_.) DE LEERLINGEN, _van alle kanten roe
PREV.   NEXT  
|<   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105  
106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   >>  



Top keywords:

meester

 
MEESTER
 

Victor

 

leerlingen

 

Zonder

 

school

 

doodkist

 

Meester

 

verdriet

 

schreeuwende


leeren

 

neerslachtigheid

 

EDWARD

 

weinig

 

stampvoetend

 

wanhoop

 

monsters

 

strooiken

 

bedaart

 

schreeuwt


nuttige

 

dengene

 

waardige

 

onderwijzen

 

samenleving

 

zooveel

 

doorbrengt

 

medelijden

 

toebrengen

 

geweten


voldoen

 

uurwerk

 
springen
 
LEERLINGEN
 

kanten

 

gedruis

 

ongemeen

 

banken

 

tafels

 

moordenaars


krijgen

 

lachen

 

visschen

 

ongevoelig

 

steenen

 

straat

 

ondankbaar

 

Nagels

 

gevoel

 
nagels