che verbeelding kan alleen de spot
telkens weer frisch kruid doen bloeien. Zoodra het even in 't luimige
geworpen wordt, werkt de allegorie nog. Deschamps vraagt den dokter, hoe
de deugden en het recht het maken:
"Phisicien, comment fait Droit?
--Sur m'ame, il est en petit point....
--Que fait Raison?...
Perdu a son entendement,
Elle parle mais faiblement,
Et Justice est toute ydiote...." [984]
De verschillende sferen van fantazie worden stijlloos dooreengemengd.
Geen product zoo bizar als het politieke schotschrift in het kleed der
pastorale. De onbekende dichter, die zich Bucarius noemt, heeft in _Le
Pastoralet_ al den laster van het huis Bourgondie tegen Orleans in de
kleur der herderij geschilderd: Orleans, Jan zonder Vrees en al hun
trotsch en grimmig gevolg als zoete herders, wonderlijke Leeuwendalers!
De herdersrok is beschilderd met fleurs de lis of klimmende leeuwen; er
zijn "bergiers a long jupel", dat zijn de geestelijken. [985] De herder
Tristifer, dat is Orleans, neemt den anderen hun brood en kaas, hun
appelen en noten, hun fluitjes af, en den schapen de klokjes; hij dreigt
de weerstrevenden met zijn grooten herdersstaf. Totdat hij zelf met een
herdersstaf wordt doodgeslagen. Soms vergeet de dichter bijna zijn
sinistere strekking en vermeit zich in de zoetste pastorale, dan weer
wordt de herderlijke fantazie zonderling gestoord door den boozen
politieken smaad. [986] Ook hier nog niets van de maat en smaak der
Renaissance.
Molinet haspelt de motieven van het geloof, den krijg, de heraldiek en
de min dooreen, in den vorm van een proclamatie van den Schepper aan
alle ware minnenden:
"Nous Dieu d'amours, createur, roy de gloire
Salut a tous vrays amans d'humble affaire!
Comme il soit vray que depuis la victoire
De nostre filz sur le mont de Calvaire
Plusieurs souldars par peu de congnoissance
De noz armes, font au dyable allyance...."
Daarom wordt hun het rechte wapen beschreven: schild van zilver, chef
van goud met vijf wonden, en de militante Kerk octrooi verleend, om
allen in haar dienst op te nemen, die tot dat wapen willen terugkeeren,
"mais qu'en pleurs et en larmes,
De cueur contrict et foy sans abuser." [987]
De kunstenmakerijen, waarmee Molinet den lof zijner tijdgenooten als
vernuftig rhetoriqueur en poeet behaalde, schijnen ons de laatste
ontaarding van een uitdrukkingsvorm voor zijn ondergang. Hij vermeit
zich in de
|