vus "propior",
overhaast en slordig als de pen is, "proximior" heb gezet! Verbeter
het toch, anders zullen onze bedillers er schotschriften op maken."
[993]--Men ziet, de brieven zijn voor de openbaarheid bestemd, als
geleerde letteroefeningen. Echt humanistisch is ook zijn bestrijding van
zijn vriend Ambrosius, die Cicero van tegenstrijdigheid beschuldigd had,
en Ovidius boven Vergilius stelde. [994]
In een der brieven geeft hij een gemoedelijke beschrijving van het
klooster Charlieu bij Senlis, en het is opmerkelijk, hoe hij, nu naar
middeleeuwschen trant eenvoudig weergevend wat daar te zien was, opeens
veel leesbaarder wordt. Hoe de musschen meeeten in het reefter, zoodat
men zou twijfelen, of de koning de prebende voor de monniken of voor de
vogels heeft ingesteld, hoe een winterkoninkje doet, alsof het de abt
was, hoe de ezel van den tuinman den briefschrijver verzoekt, ook hem in
zijn epistel niet te vergeten; het is alles frisch en bekoorlijk, maar
niet specifiek humanistisch. [995] Herinneren wij ons, dat Jean de
Monstreuil en Gontier Col dezelfden zijn, die wij als geestdriftige
vereerders van den _Roman de la rose_ leerden kennen, en als leden van
den Cours d'amours van 1401. Geeft het niet te verstaan, welk een
uiterlijk levenselement dit vroege Humanisme nog is geweest? Het is
eigenlijk niet dan een versterkte werking van de middeleeuwsche
schooleruditie, en verschilt weinig van die oplevingen van klassieke
latiniteit, die Alcuin en de zijnen tijdens Karel de Groote te zien
geven, en de Fransche scholen der twaalfde eeuw opnieuw.
Hoewel dit eerste Fransche Humanisme nog, zonder onmiddellijke
voortzetters te vinden, uitbloeit in den kleinen kring der mannen,
die het gekweekt hadden, zit het toch reeds vast aan de groote
internationale geestesbeweging. Petrarca is voor Jean de Monstreuil
en de zijnen reeds het illuster voorbeeld. Ook Coluccio Salutati, de
Florentijnsche kanselier, die in het midden der veertiende eeuw de
nieuwe Latijnsche rhetoriek in de taal der staats-acten had ingevoerd,
wordt herhaaldelijk door hem genoemd. [996] Petrarca is evenwel, als men
het zoo zeggen kan, in Frankrijk nog opgenomen in den middeleeuwschen
geest. Wanneer inderdaad, gelijk Paulin Paris vermoedde, [997] Machaut's
Peronne d'Armentieres bij haar zucht naar een dichterlijk liefdesverkeer
niet enkel door het voorbeeld van Heloise, maar ook reeds door dat van
Laura bezeten is geweest, dan levert _Le Voir-Dit_ een opmerkel
|