FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   369   370   371   372   373   374   375   376   377   378   379   380   381   382   383   384   385   386   >>  
n was voor tallooze lezers sinds de dertiende eeuw de school van het paganisme geweest. Er was geen grooter blasphemie mogelijk dan de verzen, waarin hij het woord van Genesis: toen berouwde het den Heere, dat Hij den mensch op de aarde gemaakt had, met omgekeerden zin in den mond legde van Nature, die bij hem volkomen als demiurg optreedt: "Si m'aist Diex li crucefis, Moult me repens dont homme fis." [1031] Het blijft verwonderlijk, dat de Kerk, die tegen kleine dogmatische afwijkingen van strikt bespiegelenden aard zoo angstvallig waakte en zoo heftig optrad, de leeringen van dit brevier der aristocratie ongehinderd in de geesten heeft laten voortwoekeren. * * * * * De nieuwe vorm en de nieuwe geest dekken elkander niet. Zoogoed als de gedachten van den komenden tijd uiting vonden in middeleeuwsch gewaad, zoo goed zijn de meest middeleeuwsche gedachten gezegd in sapphische metra, met een heelen stoet van mythologische figuren. Klassicisme en Renaissance zijn twee geheel verschillende dingen. Het litteraire klassicisme is een oud geboren kind. De Oudheid is voor de vernieuwing van de litteratuur nauwelijks meer geweest dan de pijlen van Philoktetes. Niet wat de beeldende kunst, en niet wat het wetenschappelijk denken aangaat: daar is de antieke zuiverheid van verbeelding en uitdrukking veel meer geweest dan een dorre staf. Het overwinnen van het overdadige, van het overdrevene, van het verdraaide, van de grimas en de flamboyante krul, het is alles het werk der Oudheid geweest. Maar in het litteraire is de eenvoud en de zuiverheid opgegroeid buiten, ja ondanks het klassicisme. De enkelen, die in het Frankrijk der vijftiende eeuw humanistische vormen aannemen, luiden nog geen Renaissance in. Want hun stemming, hun orienteering is nog middeleeuwsch. De Renaissance komt eerst, wanneer de _levenstoon_ verandert, wanneer het getij van doodelijke levensverzaking kentert, en er een bolle frissche wind gaat blazen; wanneer het blijde besef rijpt, dat men al de heerlijkheid der oude menschheid, waaraan men zich al zoo lang gespiegeld had, zal kunnen terugwinnen. NOTEN: [992] N. de Clemanges, Opera ed. Lydius, Lugd. Bat., 1613; Joh. de Monasteriolo, Epistolae, Martene & Durand, Amplissima Collectio, II col. 1310. [993] Ep. 69 c. 1447, ep. 15 c. 1338. [994] Ep. 59 c. 1426, 58, c. 1423. [995] Ep. 40, col. 1388, 1396. [996] Ep. 59, 67, col. 1427, 1435. [997] L
PREV.   NEXT  
|<   369   370   371   372   373   374   375   376   377   378   379   380   381   382   383   384   385   386   >>  



Top keywords:

geweest

 

Renaissance

 
wanneer
 

nieuwe

 
gedachten
 

Oudheid

 

zuiverheid

 

litteraire

 

middeleeuwsch

 

klassicisme


dertiende

 
levenstoon
 

orienteering

 

school

 
stemming
 
verandert
 
frissche
 

blazen

 

doodelijke

 
levensverzaking

luiden
 

kentert

 

blijde

 

vijftiende

 
verdraaide
 
overdrevene
 

grimas

 

flamboyante

 

overdadige

 

overwinnen


uitdrukking
 

Frankrijk

 

enkelen

 

lezers

 

humanistische

 

vormen

 

ondanks

 

eenvoud

 

opgegroeid

 
buiten

aannemen

 
menschheid
 
tallooze
 

Collectio

 

Amplissima

 
kunnen
 

terugwinnen

 
gespiegeld
 

verbeelding

 
waaraan