bekende spreuk der Zeeuwen, werd door het onderwerp
van zelf ingegeven.
Prince Mouringh reed langs zee
In zijn wond're koets met masten;
Half het Haagsche hof was mee;
Groote cijsen, rare kwasten,
Nog te noen bij Scheveling
Snelden ze al voor twee langs Petten,
Toen het holdebolder ging
En de koensten zich ontzetten:
Flap zei 't zeil en krak het roer;
's Princen koets te water voer.
Lijnrecht stoof ze in 't golfgebruis,
En men staakte 't vleijend prijzen;
Ieder wenschte zich te huis;
Ieder vroeg: Zal ze ooit weer rijzen?
Alle tongslag sloeg een vloek;
Alle groote banjerts pepen,
En van angst werd buis en broek
Stuk gescheurd en kaal geknepen;
Prince Mouringh zag zoo snip,
Of hij vreesde voor zijn schip.
"_Narren!_" riep een Moffenheer,
"_Wo Hans Michel soll ertrinken,
Nicht in dieses salzes Meer.
In ein Weinfasz wirdst du sinken!"
"Das versprach_..." Daar nam een golf,
Die aan hem zich wou verwarmen,
Die hem sissende overdolf,
Forsch den likkebroer in de armen.
Oef! zijn neus, zoo vierig-rood,
Bleek te bros voor zulk een stoot.
De Admirant van Arragon
Zat zijn handschoen los te rijten;
't Scheen dat zich de quant bezon,
Of hij blaffen zou of bijten.
Grimmig sprak hij tot den Prins:
"Krenkt ge mij een enkel haartjen,"
En hij streek de sik zijns kins.
"Zeker heeft die muis een staartjen!"
Maar zijn bleekheid dacht er bij:
"_Sante Madre!_" baat dat mij?"
"_Beautiful!_" begon Lord Gray,
Toen de zon door 't water straalde:
"_Lord!_" daar stoof zijn muts in zee,
Die met blaauwe veeren praalde,
"_Help, fetch back!_"--"'t Blijve onbeproefd,
Riep de Prins; "laat gaan die pluimen,
Daar hij twintig jaar op snoeft:
Alle wijven hebben luimen;
Maar Elisabeth was mal,
Zoo zij kaatste met dien bal."
"Fanden ta dig!" klonk in 't want,
En de Deen, met roode knevels,
Zag hoe Frankrijks afgezant
Laf zicht vasthield aan zijn stevels.
"_Ah! ne me refusez pas.
Prenez moi a la remorque_."--
"_Non, Monsieur, a vous le pas!_"
Bulleval had uit met snorken,
Als een lammetjen gedwee:
"_Henri Quatre en saura gre_."
"_Luctor et Emergo!_" riep
Prince Mouringh, en de wagen
Eenskl
|