schien zelf kinders?"
Daarin zijn armen en rijken ten minste gelijk!
De heer des huizes knikte toestemmend,--"en daarom hoop ik, moedertje!
dat Mevrouw van ---- je goed berigt zal hebben te geven van je dochter;
--maar je vergeet je mandje--"
"Och, Mijnheer! Eefje is ons eenig kind!--"
Vrouw Hendriksz was weder op straat; weder op weg; de vraag, die haar op
de lippen lag, maar die zij weerhield, de vraag, welke op het onderzoek
naar de eerlijkheid harer dochter had moeten volgen, kwam andermaal bij
haar op; zij verweet zichzelve, dat ze ook die niet had gedaan! Welk een
licht werpt het op den toestand onzer armen, dat eene verstandige, dat
eene vrome moeder onder hen, als zich bij de krankte van haar kind
eenige maanden stilzwijgens en eenige kleine geschenken voegen, deze
dadelijk aan diefstal of aan ontucht denkt! Doch ik beproeve maar eene
schets naar de natuur te leveren, en het u overlatende er de opmerkingen
bij te maken, waartoe de stof aanleiding geeft, breng ik u liever de
tuinkamer, waarin Mevrouw Van ---- gezeten was, binnen.
Vrouw Hendriksz was aangediend, en vrouw Hendriksz was toegelaten; al
had de meesteresse der huizinge dien achtermiddag eenen kring van gasten
om haar gezien, zij zou zich, op de dringende bede van het moedertje,
een oogenblik bij haar gezelschap hebben verontschuldigd; het heugde
haar, dat zij Freule--was geweest. Gelukkig gehuwd, genoot zij in de
hoofdstad al de weelde, die de rijkdom haars echtgenoots te harer
beschikking stellen kon, wenschte zij naauwelijks meer weder op het land
te leven, thans des winters aan een uitgebreid gezellig verkeer, thans
des zomers aan telkens verscheidene uitstapjes gewend; en echter kon het
eensklaps gewaar worden van een Geldersch huismanswijf, kon het
onverwacht vernomen geroep van: "blaauw bes, blaauw bes!" het der
schoone vrouw voor de oogen doen schemeren, of er in die kleeding, in
dien kreet, eene tooverkracht school. Weder was zij,--want weder waande
zij te wezen, zou eene te flaauwe uitdrukking zijn,--weder was zij dan
op het landgoed in de buurt van Elburg, waarop zij als kind had
gespeeld, waarop zij als aankomend meisje had gedarteld, waarop zij als
"de freule" was gezegend geworden, waarop zij de lente van haar leven
besloten had met hare hand en haar hart te geven aan den man harer
keuze. Inderdaad, indien eenige herinneringen aan den geboortegrond zoet
mogen heeten, dan zijn het dezulke! en vrouw Hendriksz, opdat wij tot
haar te
|