voorschijn geroepen door eene driedubbele behoefte:
de zeden waren weeldiger geworden--de gemeenschap had allerwegen
toegenomen,--de mededinging was bij de naburen ontwaakt. Men kwam er
niet, tenzij men alle zeilen bijzette. Weder valt mij eene historische
bijzonderheid in, welke deze wijze van zien staaft. In de dagen van
Willem IV plagt de handel op ieder slempmaal gedacht te worden, onder
den toast van: "De zieke Bruid!"--Voeg nu bij de eigenaardige
verschijnselen der negentiende eeuw: het verdwijnen van allen afstand,
dat wij aan den stoom te water en te land hebben dank te weten, en de
liefhebberij onzes tijds voor bespiegelingen en voorspellingen, op
statistische tafelen gegrond; voeg bij deze den uit beide geboren'
wedijver, wie den vreemde het eerst, het uitvoerigst, het drokst
berigten zal geven; en gij verbaast u er niet langer over dat de meeste
kantoren van drie tot zes, ja tot tien en twaalf klerken hebben. Alleen
de veilingen der Nederlandsche Handel-Maatschappij veroorzaken iedereen
Duitschen Commissionair grooter uitgaven aan papier, drukloon en porto,
dan een zeehandelaar weleer in een geheel jaar betaalde, en eischen
handen in evenredigheid.
Waarom wordt men klerk? Gij hebt zeker wel eens eene school zien
uitgaan,--eene burgerschool, meen ik, eene armenschool zelfs, en u
vermeid in het weergaloos schouwspel, dat die jeugd aanbood? Welk eene
gelijkheid, en welk eene verscheidenheid tevens! Eene wereld in het
klein! Houd er oogen op, als gij kunt. Soldaatjespelen,--de eerste stok
de beste is een generaalsstaf, voor dien flinken borst;--paardenmennen,
--wie denkt gij dat het spoedigst moe zal zijn, de koetsier of de rossen!
--scheepje zeilen,--de klomp gaat te water, als zij maar een touwtje
vinden om hem aan te vieren,--wij hebben het naauwelijks opgemerkt of de
woeligsten zijn al uit ons gezigt: er schuilen matrozen, voerlieden,
krijgslui in. Daar plaagt een krullebol een aardig meisje,--maar dat
zullen zij eens allen doen, dat is het algemeen menschelijke,--ik wilde
u tot den bijzonderen aard, blijkbaar uit de keuze van het een of ander
beroep, bepalen.--Welnu, we zien arbeids-en handwerkslieden in menigte:
--toekomstige metselaars, die naar dat half voltooide gebouw kijken, of
zij de evenredigheid der zwaarte tusschen balken en muren berekenden;
--toekomstige hoveniers, die gadeslaan of de lentezon de knoppen van het
geboomte sedert gisteren verder heeft doen uitbotten;--toekomstige
kastenmakers, die
|